TOTALE DOORWERKING

Dat Suriname zwaar te lijden heeft onder hele hoge wisselkoersen voor vreemde valuta, is overal te merken aan de verder stijgende prijzen voor goederen en diensten. De inflatoire werking doet zich overall gevoelen. Elke kleine ondernemer die geconfronteerd wordt met hogere prijzen, zal trachten zichzelf te redden door ook voor zijn product meer te vragen om niet te verkommeren. Een landbouwer die het bijvoorbeeld moet hebben van de afzet van zijn groenten en fruit en veel meer moet betalen voor landbouwchemicaliën en brandstof voor zijn pick-up, zal automatisch meer gaan vragen voor zijn producten. Het is dan ook logisch dat er meer wordt gevraagd voor fruit en groenten. Een visser die veel meer moet betalen voor zijn brandstof, onderdelen voor zijn buitenboordmotor en visnetten, zal de extra kosten proberen te verhalen op de consument. Een spuitinrichting die meer moet betalen voor spuitlakken en zijn personeel, zal ook zijn spuitkosten duurder maken.

En zo kunnen we nog eindeloos doorgaan. Heeft allemaal te maken met de depreciatie van onze nationale munt de SRD, nadat de monetaire reserves c.q. dekking in de Centrale Bank, vanaf 2015 steeds minder werden en uiteindelijk de waarde van onze SRD zwaar heeft aangetast. Monetaire financiering van het overheidstekort oftewel ongedekt geld in omloop brengen, heeft de inflatie verder zwaar doen toenemen. Dat we nu een groot deviezengebrek hebben in het officiële circuit maakt dat goederen en diensten steeds duurder worden. Er is meer vraag dan aanbod van dollars en euro’s en dat maakt dat zaken alsmaar duurder worden. Het zal velen zijn opgevallen, dat niet slechts importproducten duurder zijn geworden, maar ook lokaal vervaardigde zaken. Zaken die hier gefabriceerd worden, hebben vaak een importcomponent voor de grond- en hulpstoffen en die moeten in dollars of euro’s afgerekend worden. Dat maakt dat bijvoorbeeld een pakje boter of een zak waspoeder toch erg prijzig is ten opzichte van een importproduct. Niet alleen het grote bedrijfsleven en de kleine ondernemers verkeren al jaren in de zogeheten ‘survival mode’, ook  anderen proberen te overleven met een of andere zogeheten ‘hossel’ en doen noodgedwongen ook aan prijsopdrijving. Dat doet men niet om anderen onaangenaam te zijn, maar gewoon om ook niet verder te verpauperen. Suriname moet snel gaan beseffen, dat alleen door harder werken en het op gang brengen van een eerlijke productie, die op export gericht is, zullen we overleven en uiteindelijk vooruitgang en welvaart hebben. Zolang we blijven klagen en elkaar de schuld geven van de huidige misère, zal er niets veranderen en veeleer meer achteruitgang plaatsvinden.

More
articles