Utopie om te denken dat we onze SRD kunnen koppelen aan een sterke valuta

Reactie op valutakoppelingsvoorstel SRD professor Caram

Tijdens de jaarlijkse receptie van de Vereniging van Economisten in Suriname (VES) die gehouden werd in verband met het 50-jarig bestaan van deze voor Suriname belangrijke vereniging, heeft professor Anthony Caram, een interessant voorstel gedeponeerd en ik wil graag een bijdrage leveren aan deze discussie. Vooropgesteld ben ik het vrijwel met alles eens wat de heer Caram over de huidige economische situatie heeft aangegeven tijdens deze receptie. Ik wil echter wel stilstaan bij het punt waar professor Caram stelt dat hij voor het herinvoeren van het beproefde systeem van de vaste koppeling van de nationale munt aan een solide buitenlandse valuta is, en dat de autoriteiten deze monetaire stap opnieuw in overweging moeten nemen, zodra de tijd daarvoor rijp is.

Dat professor Caram aangeeft, dat ‘’de tijd hiervoor rijp moet zijn’’, is een handige disclaimer om zijn uitspraak slim te nuanceren, want een vaste koppeling aan een sterke valuta gaat binnen korte tijd niet succesvol plaatsvinden als de onderliggende economische indicatoren van Suriname zich op het huidige niveau bevinden. Zoals we allemaal weten, heeft Suriname een importeconomie en door onze lage verdiencapaciteit en onze hoge buitenlandse schuldenlast zijn veel ondernemers, handelaren en particulieren afhankelijk van de zwarte markt.

We weten ook dat het hardnekkig vasthouden aan de SRD-USD koppeling door de vorige regering in 2015 en 2016, de voornaamse reden was tot het bijna opdrogen van de kasreserve in harde valuta en de toenmalige regering niet anders kon dan de koppeling met de USD los te laten, om niet helemaal skeer te gaan in USD reserve bij de Centrale Bank.

Suriname heeft nu al jaren een zwakke economie met hoge ongecontroleerde inflatiecijfers. Als de buitenlandse valuta waar wij onze SRD mee willen koppelen sterker wordt of de economie van Suriname nog slechter wordt door anhoudend ondeskundig en wanbeleid, gaan we dezelfde richting op als in 2016, toen de vaste koppeling met de USD niet meer houdbaar was. In economische termen is het bij een eventuele koppeling van onze munt belangrijk dat de spread (het verschil tussen bied- en laat koers) tussen de SRD en ander buitenlandse valuta’s niet ver uit elkaar gaan lopen door marktwerking. Daarom is het een utopie om te denken dat we onze SRD kunnen koppelen aan een sterke valuta als de USD en de EUR, als de wisselkoers nog door de zwarte markt wordt bepaald. Het is in de positie van professor Caram daarom raadzaam om bij zo een zwaarwegende uitspraak, duidelijk te vermelden dat het onder de huidige ecnomische en politieke omstandigheden vrijwel onmogelijk is om de SRD binnen nu en korte tijd aan een sterke valuta te koppelen.

Daar komt ook nog bij dat bij een eventuele koppeling van de SRD aan een sterke valuta er per direct gedevalueerd moet worden en moet worden overgegaan tot een vaste (Centrale Bank) koers. Bij een devaluatie dwingt een vaste wisselkoers de overheid tot discipline in haar binnenlands economisch beleid om de posten op de betalingsbalans niet in gevaar te brengen. Bij een depreciatie (zwevende koersen) is hiervan geen sprake, omdat overschotten en tekorten op de betalingsbalans automatisch worden gecorrigeerd. Bij een devaluatie wordt het de taak van het ministerie van Financiën in samenwerking met het CBvS en het ministerie van Economische Zaken om gedisciplineerd deze complexe boekhoudkundige taak op zich te nemen. Gezien het gebrek aan kwaliteit in de regering Santohki-Brunswijk, is het wel de vraag of deze operatie onder de huidige omstandigheden op professioneel niveau zal kunnen plaatsvinden.

Het belangrijkste voordeel van een vaste wisselkoers is wel een grotere stabiliteit in het internationaal betalingsverkeer en het gunstige effect daarvan op de internationale handel. Een tweede voordeel is dat de wind uit de zeilen van de speculanten wordt gehaald. Speculatie zorgt namelijk voor veel onrust op de valutamarkt en werken met een vaste koers kan voor relatieve rust zorgen. Bij een devaluatie wordt de vaste bankkoers die de CBvS zal hanteren, officieel naar boven bijgesteld, waardoor de Surinaamse dollar officieel in waarde afneemt ten opzichte van buitenlandse valuta’s, en dus goedkoper wordt voor het buitenland. Bij zowel een depreciatie als bij devaluatie wordt de import in Suriname duurder en de export goedkoper.

Dit zou de export bij een hoge productiviteit moeten stimuleren. Bij deskundig regeerbeleid kan de productie een boost worden gegeven en tegen relatief lage inkoop- en arbeidskosten valuta verdiend worden. Dit leidt weer tot meer werkgelegenheid en een verbetering van het saldo van de lopende rekening van de betalingsbalans. Alleen maar om deze reden is het daarom ook niet verstandig om te gaan dollariseren. Bij een devaluatie wordt de concurrentiepositie van het land in feite versterkt en kan je goedkoop produceren tegenover kostbare valuta-inkomsten.

Peter M. Wolff

petermartinwolff@outlook.com  

More
articles