Het wegtrekken van zorgpersoneel uit Suriname baart ziekenhuisdirecteuren ernstige zorgen. Voor betere voorzieningen vertrekken verpleegkundigen richting het Caribisch gebied en Nederland. Dit is een pijnpunt dat zich reeds enkele jaren voordoet en blijft toenemen. Verschillende directeuren hebben op 4 maart jl. hun bezorgdheid hierover geuit tijdens een overleg met president Chandrikapersad Santokhi, dat dient als voorgesprek op de nationale dialoog. Verder hebben de leidinggevenden aan de bel getrokken over het tekort aan medische verbruiksartikelen, attributen en medicamenten, alsook het gebrek aan valuta voor de aanschaf daarvan.
Directeur Dayasankar Mathoera van het ’s Lands Hospitaal, merkt op dat hij begrijpt dat mensen wegtrekken als gevolg van de crisis, omdat zij een beter bestaan willen. “Een verpleegster die de specialist moet bijstaan voor een maandelijks salaris van 7000 SRD, terwijl de specialist een half miljoen op maandbasis opstrijkt. Dat leidt tot enorme demotivatie”, zegt Mathoera. Ook directeur Claudia Redan van het Academisch Ziekenhuis Paramaribo, staat achter Mathoera. Ze wijst erop dat een enorme groep vanuit haar zorginstelling reeds weggetrokken is en anderen maken zich klaar. “Afdelingen lopen leeg vanwege het wegtrekken. Verplegend personeel leid je niet in een dag op.” Ook heeft zij aan de bel getrokken voor de betaalbaarheid van zorg vanwege het tekort aan middelen. “Er ontstaan in ziekenhuizen winkels. Zij die kapitaalkrachtig zijn, betalen voor het weinige aan zorg dat er soms beschikbaar is.” Voorzitter Carol de Baas van de Raad voor de Verpleging in Suriname (RaVeSu), zegt dat braindrain een ernstige kwestie is. “Als hoofd van de Inspectie, raak ik dagelijks geconfronteerd met bevoegdheidsverklaringen die ondertekend moeten worden. Wij hebben dagelijks tien tot twaalf die wij moeten ondertekenen”, zegt de voorzitter. Volgens haar ging het vroeger meer om verpleegsters en ziekenverzorgenden. “Maar nu trekt steeds meer hoger opgeleid personeel weg dat gespecialiseerde en kwalitatieve zorg verleent.
De instellingen hebben van alles gedaan om het personeel te behouden, maar het lukt niet meer.” De Baas wijst erop dat de grootste groepen die vertrekt, komt vanuit het Academisch Ziekenhuis en het ’s Lands Hospitaal. Zij geeft aan dat zorginstellingen in het verleden inkwamen met financiële middelen voor het opleiden van nieuw personeel, echter gebeurt dat nu niet meer. “Je moet investeren in jezelf.
Zij die willen studeren, moeten dan een lening nemen, maar dat is een enorme uitdaging, omdat de banken een borg eisen en mensen heden ten dage niet graag borg willen staan”, stelt De Baas. De braindrain heeft een enorme impact op het achtergebleven personeel, vanwege de toegenomen werkdruk. “Het achtergebleven personeel is genoodzaakt om vanwege de verslechterde economische situatie drie tot vier banen te hebben.
De mensen zijn dan uitgeput, waardoor de kwaliteit van de zorg ook achteruit zal gaan.” De voorzitter wijst erop dat operaties niet optimaal uitgevoerd kunnen worden, omdat er geen personeel is. “Operatiekamers zijn soms leeg, omdat operatieassistenten zijn vertrokken. Ook bij afdeling Intensive Care dreigt het mis te lopen.”