‘Illegaliteit op niveau kasreserveschandaal kan plaatsvinden bij Hakrinbank’

De CFO van de Hakrinbank (HKB) Magalie Loswijk-Keerveld en drie vrouwelijke managers van de afdeling ICT, Project Management en Internal Audit, hebben afgelopen week hun ontslag ingediend. Naar wij vernemen, is er al geruime tijd sprake van rancune tegen verschillende medewerkers die direct of indirect betrokken zijn geweest bij de aanklachten van mogelijk seksueel molest tegen de algemeen CEO van de HKB, Rafiek Sheoradjpanday.

Openbaar Ministerie

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft vorig jaar in juli in een communiqué laten weten dat naar aanleiding van drie afzonderlijke aanklachten tegen Sheoradjpanday, een strafrechtelijk onderzoek was opgestart. Volgens het OM zijn alle personen die direct of indirect betrokken waren bij de zaak, gehoord. Verder stelde het OM dat dit onderzoek, dat vanwege uiteenlopende redenen langer heeft geduurd dan was gepland, onvoldoende feiten en/of omstandigheden opleverde om de directeur de status van verdachte te geven en in het verlengde daarvan, de vervolging in te stellen. De verweten handelingen zouden volgens het OM, eventueel gekwalificeerd kunnen worden onder de Wet Seksueel Molest op de werkplek, echter is deze wet nog niet in werking getreden. Het OM heeft toen alle belanghebbenden per brief op de hoogte gesteld van zijn beslissing.

Aan hen is ook medegedeeld dat, indien zij zich niet kunnen verenigen met dit besluit, er civielrechtelijk alsook strafrechtelijke wettelijke interventies hiertegen mogelijk zijn. De strafzaak is in het kader hiervan door het OM formeel afgesloten.

Financiële gevolgen

De redactie verneemt dat de CEO al geruime tijd binnen de bank een invullingen aan richtlijnen en compliance geeft, welke niet stroken met de heersende opvattingen van deskundigen. Volgens meerdere betrouwbare bronnen zorgt dit voor een gespannen sfeer binnen de HKB en kan problemen creëren bij het aangaan van risicovolle kredieten en arrangementen. De redactie heeft de hand weten te leggen op een schrijven van het ministerie van Financiën d.d. 21 februari 2023, waar de Staat Suriname een vrijwaring verleent voor alle financiële gevolgen die de Hakrinbank mogelijkerwijs zou kunnen lijden, voor het ter beschikking stellen van gelden aan de Staat, op rekeningen van haar, waar beslag op rust.

Volgens advocaat Antoon Karg houdt de rechtsfiguur van vrijwaring in, het overnemen van de aansprakelijkheid van een ander en het vergoeden van de kosten van hun verweer. “Het veronderstelt dat je bekend bent met het feit dat het gedrag van die andere een risico tot aansprakelijkheid en dus onrechtmatig en verwijtbaar, draagt. Meer in het bijzonder is dat in het geval van beslaglegging op rekeningen heel concreet”, aldus Karg.

Verder zegt de jurist, dat eenieder ten laste van wie er beslag gelegd wordt, zich te houden heeft aan de beslaglegging. “Maar in het geval van de Staat, is er reeds een wetsartikel – artikel 312a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering – dat beslaglegging verbiedt voor middelen bestemd voor de zogenaamde ‘openbare dienst’. Denkt u daarbij aan alles wat noodzakelijk is voor het publiek functioneren van de overheid als overheid. De beslagrechter, bij zowel executoriaal als bij bewarend beslag, neemt dat mee in het oordeel beslag wel of niet toe te staan. Houdt u dus vooral vast, dat een rechter niet alleen beoordeeld heeft, dat beslagen op hun plaats waren, maar bij dat beslag, de Staat en zijn werk, al heeft beoordeeld en ontzien.”

“De derde beslagene, in dit geval de Hakrinbank, is verplicht, alle gelden van de schuldenaar, die in dit geval de Hakrinbank onder zich voor de beslaglegger te reserveren of in geval van een toewijzend vonnis, aan hem uit te betalen. Doet hij dat niet, dan mag de schuldeiser, het van de beslagene, de Hakrinbank opeisen en executeren, alsof de Hakrinbank zijn schuldenaar was, volgens artikel 614 en 615 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.”

Daarnaast zegt Karg is het onttrekken van middelen waarop beslag rust, volgens artikel 250 Wetboek van Strafrecht, een strafbaar feit en misdrijf, waarop drie tot vier jaar gevangenisstraf staat. Karg: “De vrijwaring door de Staat afgegeven in de brief, strekt niet tot niet vervolging of strafbare feiten. Wanneer de Hakrinbank en/of haar directie dus naar de instructie of naar de gegeven vrijwaring zouden handelen, riskeren zij niet alleen de schulden van de Staat tot de schulden van zichzelf te maken, ze riskeren de vennootschap en hun persoon, bloot te stellen aan strafbare vervolging en hoge beboeting. Er is voorts strijd met artikel 24 van de Comptabiliteitswet, omdat noch de instructie tot betaling onder beslag, noch de vrijwaring, de toets van rechtmatigheid, ordelijkheid en doelmatigheid, kunnen doorstaan. De minister die de brief schrijft, is volgens de Comptabiliteitswet ook belast met het toezicht. De Wet Economische Delicten kent verdere straffen toe, welke oplopen tot zes jaren gevangenisstraf en een boete van een miljoen SRD. Het gaat in dezen om illegaliteit van het niveau van het kasreserveschandaal.”

More
articles