Ondernemers voelen zich momenteel, vooral als er gelet wordt op de recente ontwikkelingen, niet veilig. Darwish Balak, voorzitter van de Vereniging van Winkeliers in Suriname (VWS), bevestigt dit tegenover de media. Volgens hem is het van primair belang, dat de regering werkt aan de veiligheid van ondernemers. Balak zegt, dat ondernemers zich al enige tijd niet veilig voelen, maar sinds de plunderingen van winkelzaken op 17 februari, is het gevoel van onveiligheid dusdanig toegenomen dat aan de regering is gevraagd, om extra surveillance met politieagenten en militairen in te zetten.

Naast de veiligheid die gegarandeerd moet worden, vindt Balak dat er ook aan koersstabilisatie en koersverbetering gewerkt moet worden. VWS heeft inmiddels deelgenomen aan de nationale dialoog van president Santokhi, en de knelpunten van de ondernemers kenbaar gemaakt. ‘’De ondernemers hebben het al moeilijk genoeg met de huidige ontwikkelingen in het land”, aldus Balak. Hij roept de overige winkeliers en ondernemers op zich aan te sluiten bij de VWS, omdat de bestaanszekerheid van de winkeliers in gevaar is. ‘’Winkeliers kunnen hun kosten niet meer dragen. Ook de vaste lasten zijn niet meer haalbaar. De koers is de grootste boosdoener. Als de koers blijft stijgen, blijven de prijzen stijgen. Ook de prijzen van de basisgoederen fluctueren nog steeds. De criminaliteit is ook enorm gaan stijgen”, zegt Balak. De VWS-voorzitter doet een beroep op de regering de samenleving veilig te stellen. ‘’Niet alleen ondernemers moeten zich veilig voelen, maar ook consumenten. We willen ons veilig voelen.‘’

Verlaging minimumuurloon

Volgens Balak kunnen ondernemers zich het beoogde minimumuurloon van SRD 38,50 momenteel niet permitteren. De vereniging heeft de regering gevraagd of het minimumuurloon verlaagd kan worden. ‘’Anders kunnen de winkeliers de arbeiders niet betalen.‘’ Ook is gevraagd naar een reactie op het model dat de regering ontwikkeld had voor de ondernemers omtrent de koers. ‘’Daarop wordt nog gewacht en men verwacht een positieve reactie.‘’ Balak zegt dat er altijd prijsverschillen zullen zijn tussen de winkels, omdat elke winkelier aan de hand van de kosten die hij gemaakt heeft zijn winstmarge bepaalt. De winstmarge is gesteld tussen de 20-25 procent. ‘’Door de BTW onder andere is er geen koopkracht.

Om hun winkel draaiende te houden, moeten de winkeliers de winstmarge soms verlagen beneden de 20 procent.‘’ Volgens Balak is er pas sprake van prijsopdrijving, als de winstmarge van 25 procent overschreden wordt. ‘’Er zitten altijd een paar malafide handelaren ertussen, maar dan is er sprake van prijsconcurrentie. Men zit in een commissie met de regering en er worden wel wat punten uitgewerkt, maar wat er verwacht wordt, wordt nog niet gerealiseerd‘’, aldus Balak.