“Het steeds vooruitschuiven van de sociaal-economische vraagstukken, geeft geen hoerastemming voor 2023, maar is eerder een voorbode van een moeilijk jaar. Al op de eerste dag van 2023 ging de Belasting over de Toegevoegde Waarde in, met nog dagelijks vragen onder consumenten. De introductie verdient geen schoonheidsprijs. Advertenties van handelszaken veronderstellen dat hun prijzen omhoog zijn gegaan met de invoering van de BTW, of dit alleen door de BTW komt, moet goed uitgezocht worden. Over-prijzen of overvragen van de consument is onacceptabel. Dan blijft nog de vraag of de BTW inderdaad meer inkomsten voor de staat zal genereren dan de Omzetbelasting, want dat is toch echt de drijfveer geweest van de regering bij introductie van de nieuwe belasting”, zegt Steven Debipersad, voorzitter van de Vereniging van Economisten in Suriname (VES) tijdens de laatste bijeenkomst van de VES.
Subsidies
De president heeft onlangs ook aangekondigd, dat de subsidies in 2023 worden afgebouwd, waaronder die op brandstof en stroom. “Voor wat de aanpassing van de stroomprijs betreft, zal alleen een eerlijk tarief geaccepteerd worden. De regering biedt een lapje voor het bloeden voor de minst draagkrachtigen.
Na bijna 30 maanden regering Santokhi, wordt nog uitgezocht wie deze precies zijn en hoe de ondersteuning eruit moet zien. De groepen hierboven, inclusief de middenklasse, zullen de zware last zelf moeten dragen. Of de armoede hiermee toeneemt, zal dit jaar spoedig uitwijzen. De regering zegt dat er een sociaal programma met zeven te subsidiëren producten komt, maar hoe en wat en vanaf wanneer, is nog niet duidelijk”, merkt de VES-voorzitter op.
We moeten het gezamenlijk beter doen in 2023
Debipersad haalde aan, dat verkeerde keuzen, het herhalen van dezelfde fouten, ‘’zoals wij merken uit de jaarverslagen van de CBvS’’, slechte organisatie en zwakke uitvoering, ons land economisch hebben afgezwakt. “Iedereen wenst dat het beter komt, maar dan moeten wij als samenleving echt beter gaan presteren. Gaat dat trouwens wel lukken in een samenleving met gemiddeld een lagere schoolopleiding, als wij het ministerie van Onderwijs moeten geloven? Voor wat de regering betreft het volgende: de eerste helft van de regeertermijn zit er inmiddels op. Het resultaat is er niet één om trots op te zijn.” Aan de vooravond van de tweede helft is er volgens Debipersad sprake van een marginaal gewijzigde regeringsopstelling. Hij is van mening dat alleen als de instelling van de regering met de aanvang van 2023 drastisch anders is, er goede verbeteringen op sociaal-economisch vlak teweeg kunnen worden gebracht. Anders zal het negatieve sentiment zich voortzetten met een groeiende weerstand voor het beleid tot gevolg. “Het enige wapen om ons economisch dilemma te doorbreken, is een aanzienlijke verbetering van de productie en export. Het Nationaal Ontwikkelingsfonds voor de agribusiness (NOFA) en het Productiekrediet-fonds (PKF) die in 2022 tot stand zijn gekomen zijn positief, maar de bedragen in beide fondsen zijn slechts kleine steuntjes in de rug. Echter blijft de integrale aanpak om het ondernemerschap duurzaam en aanzienlijk te verruimen, vaag en onduidelijk.” Debipersad is van mening, dat het ministerie van Economische Zaken het helaas laat afweten bij het stimuleren van productie en export. “Over de verbetering van Suriname op de ‘Ease of Doing Business Index’ valt weinig tot niets te constateren. Maar zonder naadloze aansluiting van de economie op het onderwijs en zonder onderzoek en toepassing zullen wij als land op het huidig punt blijven dobberen”.