De voormalig directeur van de Hakrinbank, thans regeringscommissaris van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) Jim Bousaid, heeft gisteren tijdens de tweede dag van het Nationaal Compliance Congres (NCC2023), gesproken over het belang van Good Corporate Governance en de rol van compliance daarbij. De organisator van het congres, TABTO Group N.V., beoogt met het NCC2023 bij te dragen aan de compliance informatievoorziening van de gehele samenleving en de samenwerking tussen stakeholders in deze transitieperiode van Suriname te bevorderen en zo een mogelijke grey- of blacklisting van Suriname te voorkomen. “Periodiek laait de discussie over Good Governance en over compliance soms hoog op, veelal na een negatieve ontwikkeling of een bedrijfscrisis die noodzaakt tot herdefiniëring van regelgeving en van handhaving en toezicht.
De schades van slecht bestuur en compliance failures zijn erg groot, niet alleen voor de aandeelhouders en werknemers van een bedrijf, maar voor de gehele samenleving”, aldus Bousaid.
Corporate Governance
Corporate Governance gaat volgens Bousaid, over goed bestuur van bedrijven en het toezicht daarop. “Het regelt verhoudingen tussen bestuurders, commissarissen en aandeelhouders. De overheid heeft wetten opgesteld voor goed en eerlijk bestuur van bedrijven, en ook gedragsregels voor de onderneming en haar bestuurders. Hierdoor worden de waarden/activa van een onderneming gewaarborgd en de belangen van alle stakeholders beschermd. Ik ben ervan overtuigd dat een goede Corporate Governance ook de bedrijfsprestaties gunstig beïnvloedt en dus ook het bedrijfsrendement. Daarnaast verhoogt het het publieke imago van een bedrijf en dat levert ook vele voordelen op”, stelt Bousaid. Corporate Governance gaat dus over de wijze van besturen van een organisatie en de beheersing van macht binnen diezelfde organisatie. In zijn algemeenheid kan go-veranker worden uitgelegd als het uitvoeren van beleid, de controle op de uitvoering daarvan, de verdeling van macht en de gedragsregels en principes van een organisatie.
Hakrinbank
Het eerste Surinaamse bedrijf dat een Corporate Governance Code opstelde en daarnaar handelde was de Hakrinbank en wel in 2005. “Ik ben blij dat ik daarbij een voortrekkersrol heb mogen vervullen als CEO van die bank. Ik maak vaker de serieus bedoelde grap dat ik ook het grootste slachtoffer ben geworden van de code, daar deze mijn macht inperkte. Ik heb daar echter geen probleem mee, want een bedrijf moet persoonsonafhankelijk zijn. Er moet daarom door elk goed geleid bedrijf een besturingsdashboard worden opgemaakt dat door ieder geschikt persoon kan worden bediend. De Corporate Governance Code van de Hakrinbank werd aangeboden aan de toenmalige president Venetiaan, met het verzoek om een nationale Surinaamse Corporate Governance Code te ontwikkelen en af te kondigen, die als kader zou kunnen dienen voor het deugdelijk bestuur van ondernemingen in Suriname. Dat is tot en met vandaag helaas niet gebeurd”, benadrukt Bousaid. Verder zegt hij dat daarna de grotere bedrijven wel het goede voorbeeld van de Hakrinbank gevolgd hebben en ook Corporate Governance Codes hebben opgesteld. “Enkele jaren later volgde ook de CBvS. De Hakrinbank heeft veel voordeel gehad van haar initiatief. Het verhoogde het vertrouwen in de bank en haar publieke imago. Dat gaf ook een boost aan de business van de bank en haar opvallende groei.” Bousaid merkt op, dat in Suriname er voor overheidsentiteiten helaas nog geen wetten of codes zijn die richting geven aan behoorlijk bestuur, voor het beheersen van risico’s die verbonden zijn aan de ondernemingsactiviteiten inzake overheids entiteiten. Bousaid: “Er is dus geen wet en/of Staatsbesluit Corporate Governance die richtlijnen geeft aan de overheid met name politieke gezagsdragers als aandeelhouders van staats- en andere bedrijven. Het Wetboek van Koophandel, geldt als algemene wetgeving voor zowel particuliere als overheidsondernemingen. Suriname kent ook nog geen onafhankelijk adviesorgaan dat de besluiten van de overheid inzake overdrachten, benoemingen, ontslag van directie- en RvC-leden en directiebeleid kan toetsen aan de Corporate Governance regels of de vigerende Surinaamse wetgeving. In Suriname blijkt ook dat de bemoeienis van de aandeelhouder (politieke machthebbers) zich afspeelt door het nemen van directie beslissingen. Het blijkt dus dat Corporate Governance principes en het besef daarvan slecht ontwikkeld zijn in Suriname, zeker bij staatsbedrijven. Dat verklaart ook waarom er zoveel misgaat met onze staatsbedrijven.”