De Nationale Partij Suriname, NPS, heeft na ampele overwegingen en intern beraad, besloten uit de regering Santokhi te stappen. Haar voorzitter Gregory Rusland, heeft dat gisteren op een persconferentie meegedeeld. Al geruime tijd kon worden opgemaakt door de houding van zeker één assembleelid van de groene partij in De Nationale Assemblee en daarbuiten, dat de onvrede over het gevoerde beleid van de huidige regering, zwaar was toegenomen. Bij het NPS-bestuur en natuurlijk ook een groot deel van de achterban, leeft al geruime tijd de idee dat er een zeer beperkte betrokkenheid van de NPS bij de beleidsbepalingen van het kabinet was. De wrevel hieromtrent en de besluiten die genomen werden door de VHP en ABOP, stuitten de NPS menigmaal tegen de borst. Ook het feit dat er tal van verhogingen, waaronder vooral de fiscale, werden doorgevoerd en het lijden van de reeds verarmde samenleving werd verhevigd, waren voor de NPS onaanvaardbaar. De NPS die een ware volkspartij is, kwam door vooral het lijden van de achterban, steeds verder in de verdrukking door te blijven participeren in een regering, en deel zijnde van een beleid, waar ze het vaak genoeg niet eens mee was en is. Het gemor binnen de gelederen in de topregionen en ook bij de partijleden en sympathisanten van de partij, noopten de partij deze niet eenvoudige stap te nemen en de president van de republiek mee te delen, dat de NPS het voor gezien houdt binnen het coalitieverbond. Het is geen geheim dat de NPS veel kiezers heeft verloren in de afgelopen decennia en dat er binnen de partij zogeheten ‘stonfutu’s’ waren en zijn, die problemen hebben met de wijze waarop de partij wordt geleid. Deze onvrede heeft er ook toe geleid dat velen de betrokkenheid bij de partij hebben verloren. Deze groep stemt dan misschien nog wel op de partij, maar laat haar gezicht steeds minder in Grun Dyari zien. Vooral de Afro-Surinaamse aanhang van de partij, waaronder veel jongeren, hebben nog voor 2010, zich van de NPS gedistantieerd en hebben hun stem uitgebracht op de NDP. De partij heeft zowel bij de verkiezingen van 2010, 2015, en 2020, geen kans gezien een zware vermeerdering van het aantal DNA-zetels te realiseren. Met drie zetels na de verkiezingen van 2020, kon zij dan tegenover VHP en ABOP niet veel eisen stellen, vooral niet bij de verdeling van de ministersposten. Binnen het uitgestippelde beleid van het huidige kabinet werd haar invloed en betrokkenheid steeds minder, hetgeen tot grote frustratie bij de leiding en de achterban leidde. De verarming van het volk in het algemeen, raakte natuurlijk ook de NPS-achterban en het verwijt werd natuurlijk ook steeds richting NPS geslingerd, dat zij debet is aan de “katibo” die steeds ernstiger vormen aanneemt. De stap van de NPS uit het kabinet te treden, heeft natuurlijk ook alles te maken met de onvrede bij NPS’ers, die zich afvragen of dit het beleid moet zijn en dat het een veroordeling tot verdere verpaupering inhoudt. De NPS wenst geen verdere schade bij de verdere volksraadpleging en wenst te verrijzen richting oude glorie, en daarom kon de partij onmogelijk deel blijven zijn van het huidige kabinet. Of deze stap de NPS vooruitgang zal opleveren bij de volgende verkiezingen, moet nog blijken. Velen vinden wel dat er binnen het bestuur van de groene partij een aantal mutaties moet worden aangebracht, waardoor er meer dynamiek kan worden herkend en ook de jeugdigen terugkeren naar het oude vertrouwde erf aan de Johan Adolf Pengelstraat.
