VES adviseert uitgavenbegroting te herzien
De Vereniging van Economisten in Suriname (VES), heeft de jaarrede die door president Chandrikapersad Santokhi is uitgesproken op 29 september 2022 in De Nationale Assemblee, grondig bestudeerd samen met de Ontwerpwet Staatsbegroting 2023. “Recentelijk hebben wij ook de Nota van Wijzigingen Staatsbegroting 2023 (versie drukker) onderhands ontvangen en naar beste vermogen bestudeerd. Wij hebben deze week ook de eerste ronde van de begrotingsbehandeling in De Nationale Assemblee met belangstelling zo goed als mogelijk gevolgd. Hoewel veel sprekers het belangrijker vonden om andere onderwerpen dan de Begroting 2023 te bespreken, zijn er ook vele kritische kanttekeningen ten aanzien van de aan deze Nota van Wijzigingen ten grondslag liggende beleidsprioriteiten geplaatst en voorstellen voor bijstelling van deze begroting gedaan”, stelt VES-voorzitter Steven Debipersad in een schrijven aan assembleevoorzitter Marinus Bee en leden van De Nationale Assemblee.
Debipersad stelt dat de VES vooralsnog de concrete becijfering van de additionele wensen van de volksvertegenwoordigers gemist heeft, zowel voor de inkomstenverhoging als de uitgavenverlaging. “Elk begrotingsartikel heeft een sociaal-economische doorwerking, welke zowel positief als negatief kan zijn.
Alleen met concreet becijferde amendementsvoorstellen kunnen afgewogen bijstellingen worden aangebracht en kan er meer evenwicht in de begroting komen.”
Volgens de VES heeft de regering op dit moment nog de mogelijkheid om verbeteringen in de begroting aan te brengen, daarom vindt de VES het van belang haar bevindingen in hoofdlijnen te delen:
- Hoewel de opzet van de Nota van Wijzigingen niet erg duidelijk is, hebben wij na wat speurwerk een redelijk goed beeld gekregen van de voornemens van de regering om middelen binnen te halen en te besteden voor het jaar 2023. Echter, de toevoeging van een Medium-Termijn Overheidsfinanciën Raamwerk (MTMF) tabel, zou zowel het Begrotingstekort, de Primaire Balans als het resterende Financieringstekort beter in beeld brengen.
- In zijn algemeenheid lijken bepaalde cijfers in de Nota van Wijzigingen Staatsbegroting 2023 cijfermatig nu reeds achterhaald, aangezien er met een achterhaalde wisselkoers is gewerkt.
- Uit de totale uitgaven kunnen we afleiden dat de regering niet minder dan SRD 51.9 miljard in 2023 verwacht te moeten uitgeven. Uit de totale inkomsten kunnen we afleiden dat de regering door haar beleidsmaatregelen aan ontvangsten uit Belasting– en Niet Belastingmiddelen samen met Schenkingsmiddelen SRD 30.7 miljard verwacht te ontvangen in 2023.
- Daarnaast verwacht ze aan Trekkingen en Begrotingssteun SRD 17.1 miljard te kunnen lenen.
- Uit het bovenstaande is te concluderen dat de regering in totaal maar liefst SRD 21.3 miljard (SRD 51.9 – 30.7 miljard) méér wil uitgeven dan ze naar beste vermogen denkt zelf te kunnen verdienen. Dit komt neer op een tekort van 17,8% van het door de regering voor 2023 geprojecteerde BBP van SRD 119,9 miljard. Een begrotingstekort van een dergelijke omvang is niet alleen economisch onverantwoord, het zal het economische evenwicht niet herstellen, integendeel zal het de economie verder ontwrichten, met alle maatschappelijke consequenties van dien
- Dit historisch tekort ad SRD 21.300.000.000 wil deze regering middels kennelijk reeds afgesproken leningen voor een bedrag van SRD 17.1 miljard financieren en daarnaast is ze nog vast van plan om het resterende financieringstekort ad SRD 4.1 miljard, waarvoor zij klaarblijkelijk nog geen financiering heeft kunnen vinden -tegen beter weten in- toch nog uit te geven.
- Terwijl het doel van de regering is om de buitenproportionele staatsschuld naar betaalbare proporties terug te brengen is deze in 2022 reeds verder toegenomen. Met de goedkeuring van deze Gewijzigde Begroting zal er in 2023 SRD 11.0 miljard aan schulden worden afgelost en SRD 21.3 miljard nieuw geleend worden. Hierdoor zal de netto staatsschuld in plaats van afnemen nog verder toenemen met SRD 10.3 miljard. In de originele Begroting 2023 van september 2022, nog geen zes maanden geleden, ging de regering er nog vanuit dat er in 2023 slechts 1.0 miljard extra hoefde te worden geleend. Nu blijkt dat te zijn vertienvoudigd naar SRD 10.3 miljard. Dit ontkracht het door vele regerings- en DNA-leden herhaaldelijk verkondigde verhaal dat de regering bezig is de schulden af te lossen. Het zal de komende generatie ook nog een stuk armer maken.
“Zeker in tijden van economische crisis is het van belang dat de volksvertegenwoordigers in DNA kritisch moeten toezien op een goede verdeling van enerzijds de offers die gebracht moeten worden en anderzijds de voordelen/compensatie over de verschillende (belangen)groepen in de samenleving.”
De VES adviseert de assembleeleden en de regering om nog eens met een stofkam door de uitgavenbegroting te gaan en bepaalde niet noodzakelijke en/of niet dringende zaken door te schuiven naar betere tijden. “Anderzijds om aan de inkomstenzijde met dezelfde precisie te zoeken naar de sectoren en branches waar er ruim verdiend wordt en onvoldoende wordt bijgedragen aan de staatskas en daar alle middelen voor in te zetten om deze ook daadwerkelijk binnen te halen. De door politici veelvuldig gedane uitspraak dat het geld vooral gehaald moet worden, daar waar dit verdiend wordt, mag geen lippendienst blijven.” De VES is volgaarne bereid om aan een dergelijke exercitie en de becijfering ervan mee te werken. “We moeten het vertrouwen van de burgers in onze economie en haar gekozen beleidsmakers in regering en DNA herstellen alsmede dat van de belangrijke internationale partners van ons land. Maar belangrijker nog is het terugwinnen van het vertrouwen van de Surinaamse burger en ondernemers, dat de door haar gekozen leiders ook zorgvuldig de belangen van de gemeenschap structureel behartigd.”
Tot slot stelt Debipersad, dat in het recente verleden vele verkeerde beleidskeuzes zijn gemaakt. ‘’Dat kunnen we niet meer veranderen. Maar het is nog niet te laat om voor de komende jaren de broodnodige op maat gesneden economische en sociale keuzes te maken. Dan alleen zal een ommekeer komen in de groeiende armoede teneinde structureel het welzijn van onze samenleving te verbeteren.”