Bedrijfsleven als opvang overheidspersoneel

Naar aanleiding van beweringen uit welingelichte bronnen, dat het bedrijfsleven bezorgd is over dwingende maatregelen die in de maak zijn over een proces, waarbij overheidspersoneel van de ene overheidsdienst naar de particuliere sector wordt overgeplaatst, zijn er momenteel tal van geruchten en meningen. Ook over de reactie van financiën minister Stanley Raghoebarsing, tijdens zijn laatstgehouden persconferentie, die verwees naar de Loonraad, die moet nagaan of de armoedegrens van SRD 6000 niet moet worden opgetrokken naar SRD 12.000. Met het uitblijven van loonsverhogingen van ambtenaren en een betere controle op de prijzen van producten binnen onze samenleving, nemen de geruchten toe en ontstaat een beeld van een mogelijke ambtenarenoverplaatsing naar het bedrijfsleven.

Steeds meer geopperd dat de armoedegrens van SRD 6000 moet worden verhoogd naar SRD 12.000.

In kringen van het bedrijfsleven werd zelfs beweerd, dat het juiste moment zou aanbreken, dat werkers het inkomen van ambtenaren nodig zouden hebben, om te kunnen voorzien in de basisbehoeften. Bij deze nieuwe ontwikkeling zal het proces nu worden ingezet waarbij personeel vanuit de ambtenarij naar de particuliere sector wordt overgeplaatst door middel van wetgeving.

Bestuurskundige August Boldewijn, verwijst naar deze beweringen, dat iets zo kan zijn, vaak zonder reden te geven waarom. Echter meent hij dat de zogenaamde samenhang, onsamenhangend schijnt te zijn. Hij wijst op de registratie van ambtenaren die Binnenlandse Zaken is begonnen, maar vindt dat Human Resource Management van de verschillende ministeries (BiZa) hiermee belast had moeten worden, omdat ze anders hun werk niet goed hebben gedaan. Volgens hem blijkt dat duidelijk uit de mededeling van BiZa, dat de 6000 ambtenaren die in dienst zijn, niet allemaal op het werk verschijnen. Boldewijn stelt dat wanneer een dergelijk reorganisatieprogramma van het ambtenarenapparaat wordt aangekondigd, ook moet worden aangegeven “wat het doel is en waar we naar toegaan” zegt de bestuursdeskundige. Hij is van mening dat alle stappen aangegeven moeten worden om tot dat doel te komen.

Voorts stelt Boldewijn dat de Personeelswet duidelijk aangeeft, wat de norm moet zijn van bij reorganisatie. “Het aantal ambtenaren in dienst bij de overheid, dat nodig is om het werk te doen, dat is in feite het doel van de reorganisatie.” Vooral moet gelet worden op de capaciteit, kennis en kunde van de mensen die te werk gesteld worden. En dat betreft alle onderdelen van de ministeries. Niet te vergeten de organisatiestructuur.

Over de loonsverhogingen in de samenleving maakt Boldewijn duidelijk, dat deze verhogingen met zich meebrengen, meer geld in de samenleving, meer geld in de economie en ook de prijzen zullen verhoogd worden, wat meer inflatie kan veroorzaken, waardoor de waarde van de Surinaamse munt verder omlaag kan gaan. Vandaar het belang om meer te wegen en overwegen, wanneer verhogingen van salarissen kunnen worden gegeven.

Sedert de uitspraak van de minister van Natuurlijke Hulpbronnen over een eventuele nieuwe prijs voor  28 lbs koolgascilinders van SRD 500 of meer, zegt Boldewijn dat waarschijnlijk deze prijs niet door zal gaan, ook omdat diesel en benzinetarieven verhoogd moesten worden. Hij stelt de vakbonden in het gelijk, omdat de toegewezen SRD 18.00 aan sociaal zwakkeren niet voldoende is. Zij zullen binnen de kortste keren met al deze verhogingen niets van dat bedrag overhouden, alles gaat naar het  betalen van deze verhogingen.

Boldewijn zegt dat een andere optie ook is om te stoppen met het hulpprogramma van het Internationaal Monitair Fonds (IMF). Inderdaad moet ook gekeken worden naar andere mogelijkheden die voor ons land voordelig zijn.

More
articles