Het Openbaar Ministerie (OM) heeft gisteren, maandag 6 februari, bij de voortzetting van het hoger beroep in de rechtszaak van de Centrale Bank van Suriname (CBvS), zijn bewijslast tegen de verdachten Ashween Angnoe, zakenpartner van de ex-governor Robert van Trikt, en Faranaaz Hausil, ex-directeur Legal, Compliance & International Affairs van de CBvS aangescherpt. De vervolging blijft bij haar eerste oordeel, dat de ex- governor Van Trikt en voormalig directeur van de Surinaamse Postspaarbank (SPSB), Ginmardo Kromosoeto, en nu ook Angnoe en Hausil, schuldig zijn.
Relevante onregelmatigheden
“Zoals gebruikelijk bij behandeling in hoger beroep, is nader bewijs aangeleverd, dit keer door het Openbaar Ministerie. Toelichting op de beweegredenen voor hoger beroep, is processueel niet vereist. In het kader van vervolgingsbeleid, kan het publiek daar nader over geïnformeerd worden, bijvoorbeeld door de daartoe opgeleide persofficier van justitie. Een hard vereiste is dat wettelijk niet. Het lijkt zowel juristen als niet-juristen evident, dat het diep geschokt zijn van de rechtsorde, een belangrijke beweegreden voor het hoger beroep zal zijn. Daarnaast hebben verwikkelingen in rechtsprocedures zoals in België, nadere relevante onregelmatigheden in context geplaatst”, aldus jurist Antoon Karg, tegenover de redactie. Karg stelt dat gezien de bewezen verklaring in eerste aanleg, de strafmaat en de belastende feiten en omstandigheden, er een reële kans is op gevangenneming.
Vonnis Hausil en Angnoe
Het OM eist voor Angnoe, die momenteel voorwaardelijk vrij is, bevestiging van het vonnis in eerste aanleg. Hausil werd juli vorig jaar vroegtijdig in vrijheid gesteld en heeft reeds twee derde van haar straf uitgezeten. Zij heeft echter hoger beroep aangetekend, omdat zij voor vrijspraak gaat en riskeert daarmee bevestiging van haar vonnis in eerste aanleg. Hausil heeft tijdens de zitting op 5 december de beschuldigingen ontkend op grond waarvan zij in eerste aanleg is veroordeeld en verweet het Openbaar Ministerie ook, dat het bewust haar getuigenissen heeft verdraaid en een andere uitleg heeft gegeven om bewijs te vinden voor vervolging. Zij haalde op die dag tevens aan, de zaak betreffende de verkoop van overheidspanden aan de bank, kredieten geven aan de staat en het geven van een andere bestemming aan de royalty’s van Grassalco. Het OM eiste gisteren vernietiging van haar vonnis in eerste aanleg en opnieuw veroordeling, weliswaar is de strafeis hetzelfde: drie jaar, met aftrek van de tijd die zij al heeft doorgebracht in detentie. De advocaten van Hausil, Raoul Lobo en Murvin Dubois, hebben altijd aangevoerd, dat hun cliënt onschuldig is. zij vragen derhalve vrijspraak.
Onschuldig?
De hoofdofficier had in augustus 2021 aan de kantonrechter gevraagd, Hausil te veroordelen conform de voorgestelde strafeis van vier jaar cel onvoorwaardelijk en een boete tot een totaal van SRD 100.000, subsidiair 10 maanden hechtenis en haar gevangenneming. Haar raadslieden Murvin Dubois en Raoul Lobo hadden al eerder in hun verweer aangehaald, dat hun cliënt strafrechtelijk zaken wordt verweten, zonder dat daar enig wettig bewijsmiddel tegen is geleverd. Zij stelden, dat er ongefundeerde conclusies zijn getrokken tegen hun cliënt. Beiden hebben bij elke zitting voor vrijspraak van hun cliënt gepleit. Hausil heeft meerdere malen in de rechtszaal verklaard onschuldig te zijn.
Bewijslast
Volgens de kantonrechter blijkt uit de bewijslast, dat Hausil schuldig is aan overtreding van artikel 13 lid 1a van de Anti-corruptiewet. Er was sprake van een nauwe en bewuste samenwerking tussen haar en de overige verdachten die eveneens gevonnist zijn. Kantonrechter Maytrie Kuldipsingh motiveerde in haar requisitoir vorig jaar, dat bewezen is dat Hausil medepleger is van de strafbare feiten. ‘’Hausil heeft in strijd met de wetten gehandeld, waardoor er sprake is van grootschalige corruptie. Zij kan hierdoor strafrechtelijk gevolgd worden. Hausil had moeten weten welke nadelige gevolgen zouden volgen uit haar handelingen”, motiveerde Kuldipsingh.
Van Trikt en Hoefdraad
De voormalige governor Van Trikt, weerlegde in november 2020 in de rechtszaal, alle belastende verklaringen die tegen hem waren ingebracht in zijn laatste woord. Van Trikt verklaarde toen dat de voortvluchtige ex-minister Hoefdraad, alle touwtjes in handen had bij de overeenkomsten die waren gesloten. Volgens Van Trikt, is Hoefdraad de persoon die alle zaken had voorbereid en contracten heeft laten sluiten. Hoefdraad is, aldus Van Trikt, in hoogst eigen persoon verantwoordelijk geweest voor deze ‘’heel onsmakelijke kwestie’’. Van Trikt stelde dat hij niet alleen door Hoefdraad, maar ook door Hausil, in onwetendheid is gelaten over de werkwijze en procedures binnen de moederbank. Volgens het onderzoek van het OM had Hausil in een e-mail toegegeven, dat er bij de aankoop van de panden sprake was van monetaire financiering, maar dat was volgens haar minder erg dan als zou blijken, dat de CBvS zaken had gedaan met niet-integere personen. Het vermoeden bestaat, dat zij het in dezen had over Robert Putter, die ook in opspraak is geraakt in de corruptiezaak van de Surinaamse Postspaarbank (SPSB).
Advocaten
De raadslieden Dubois en Lobo haalden in 2021 hun dupliek aan, dat hun cliënt strafrechtelijk zaken worden verweten zonder dat er enig wettig bewijsmiddel tegen haar is geleverd. Volgens de advocaten heeft Hausil advies gegeven, echter heeft ze niet geparticipeerd bij de verkoop van staatspanden. Hiermee verklaarden de raadslieden, dat Hausil geen strafrechtelijke handelingen heeft gepleegd. Dubois en Lobo stelden, dat er ongefundeerde conclusies zijn getrokken contra hun cliënt. Er is volgens hen op basis van vermoedens en niet van feiten gewerkt, gezien de vervolging van Hausil geen bewijs heeft opgeleverd noch bij het requisitoir, noch bij de repliek, Sinds het begin van het hoger beroep in oktober vorig jaar, zijn de verdachten en hun advocaten van mening dat het OM geen of nauwelijks aandacht besteedt aan de redenen waarom zij hoger beroep hebben aangetekend tegen hun veroordeling in eerste aanleg. Volgens hen zijn er nieuwe feiten en ontlastend bewijsmateriaal naar boven gekomen die hun onschuld bewijzen.
Lobo en Dubois zijn ook van mening, dat de officier van justitie die het OM vertegenwoordigt, niet voldoende technische kennis heeft van deze rechtszaak. Daardoor zijn er volgens hen onterechte verdachtmakingen geuit en zaken uit hun verband gehaald. Bij de verdachten en hun advocaten is het nog altijd een grote vraag als hier sprake moet zijn van een strafrechtelijke vervolging of dat deze kwestie meer iets is voor het bestuur of administratief recht.
Angnoe en Clairfield
Het OM is van mening, dat Angnoe zijn directe betrokkenheid als zakenpartner van Van Trikt zijn positie zou hebben misbruikt. Volgens het OM zou hij hebben samengespannen met de ex-governor als diens adviseur of vertrouwenspersoon en daardoor kon hij ook diensten leveren bij de contracten aan Clairfield. Met betrekking tot deze case heeft de ondernemingsrechtbank Brussel oktober vorig jaar beslist, dat het Belgische bedrijf Clairfield ruim euro 2.5 miljoen terug moet betalen aan de Centrale Bank van Suriname. Het ging in deze zaak om de contracten die waren getekend door de toenmalige governor van de CBvS, Robert van Trikt, en de topman van Clairfield, Hans Buysse. Clairfield stuurde zeven facturen naar de CBvS, waarvan zes werden betaald. Omdat de Centrale Bank de verdere betaling weigerde, stapte Clairfield naar de rechter in België. Het bedrijf Clairfield Belgium had in eerste instantie de zaak aanhangig gemaakt tegen de CBvS voor betaling van nog de openstaande rekening van euro 320.000 en diende ook een claim van euro 1.2 miljoen in voor onrechtmatig beëindigen van vijf contracten. Het gaat in deze om de overeenkomsten Prodigy 1, Prodigy 2, Prodigy 3, Prodigy 5 en Lagarde 1 tussen partijen. De Centrale Bank heeft echter ook een tegenvordering ingediend, waarbij de geldige grondslag van de overeenkomsten werd betwist. De overeenkomsten tussen Clairfield en de CBvS missen volgens de Belgische rechtbank, een geldige grondslag. De rechtbank verklaarde vervolgens de vordering van Clairfield als ongegrond en de tegenvordering van de CBvS als gegrond. Dit vonnis van de Belgische rechtbank is bij voorraad uitvoerbaar, waardoor Clairfield een bedrag van ruim euro 2.5 miljoen moet betalen aan de CBvS.
Het OM is van mening, dat omdat het Belgische bedrijf Clairfield het accountantsbedrijf Orion zou hebben aangetrokken als onderaannemer, Angnoe niet los staat van deze zaak. Angnoe is namelijk directeur van Orion en samen met Van Trikt aandeelhouder. is hij niet Net als in eerste aanleg haalde het OM de relevantie van de projecten aan en de toegekende bedragen die contractueel zijn afgesloten voor het uitvoeren voor de projecten. De projecten waren op basis van een fixed fee contract afgesloten. Komende maand, op 6 maart, zullen de advocaten van Van Trikt en Kromosoeto hun pleidooi houden. Op 3 april staan Angnoe en Hausil op de rol en Hoefdraad heeft rechtsingang gekregen om ook in hoger beroep te gaan tegen zijn vonnis dat in eerste aanleg door het Hof van Justitie bij verstek was uitgesproken.