Minister Mathoera van Defensie, moet niet trachten de gemeenschap knollen voor citroenen te verkopen, maar de waarheid verkondigen en geen zaken verzinnen. De bewindsvrouwe heeft onlangs verklaard, dat de granaten die geworpen zijn naar het kantongerecht aan de Mgr. Wulfinghstraat, niet uit het bestand van het Nationaal Leger afkomstig zijn. Zaken zijn volgens haar nagegaan en uit het ingestelde onderzoek is gebleken, dat er geen RPG-granaat en handgranaat ontbreken. De minister vertelt er wijselijk niet bij, hoe zij denkt dat zaken daadwerkelijk in elkaar zitten. Minister Mathoera is weduwe van de hoge militaire officier luitenant-kolonel Hussain Ali, oud-commandant van de Luchtmacht van het Nationaal Leger onder de regering Venetiaan. Mathoera moet door dit huwelijk, jaren achtereen, heel goed op de hoogte zijn geweest van bepaalde interne aangelegenheden van de grootste gewapende macht. Maar laten wij haar geheugen een beetje opfrissen, indien ze zaken vergeten is. Na de coup van Rambocus op 11 maart 1982, is er vreselijk gerommeld met wapens van het Nationaal Leger, die in de kazerne en detachementen thuis horen, maar door deze mislukte staatsgreep, andere bestemmingen en onderkomens kregen.
Bouterse en zijn militaire leiding besloten niet slechts op detachementen wapens en munitie te vermeerderen, ze creëerden ook depots thuis bij particulieren. Is men vergeten dat er op een gegeven moment een arsenaal aan militaire wapens werd ontdekt in een bovenwoning aan de Keizerstraat, pal naast het Politiebureau Centrum. De man, ene B.O., beschikte over machinegeweren en voldoende munitie om een klein leger, te kunnen voorzien. Na de moorden van 8 december 1982, de verdere isolering van het militaire regiem en de opschorting van de Nederlandse ontwikkelingshulp, ging men ertoe over strakkere bilaterale relaties met regiems die de mensenrechten ook vreselijk schonden, aan te knopen. Een van die regiems was van Gadaffi in Libië. Er werden naar aanleiding van deze bilaterale verbintenis in het eerste en tweede kwartaal van 1983, grote hoeveelheden militaire wapens van Oost-Duitse makelij in de nachtelijke uren uit Libië ingevlogen. Een van de transportvliegtuigen van Gadaffi geraakte uit de koers en belandde in het Braziliaanse luchtruim en werd door Mirages van de Braziliaanse luchtmacht, tot landen gedwongen. Het toestel zat vol wapens, bestemd voor het dictatoriale regiem van Bouterse in ons land.
Boze tongen beweren, dat toen een deel van deze wapens niet in de wapendepots van het NL zijn beland, maar bij leden van de legertop en anderen die hun eigen arsenaal wisten op te zetten. In een latere periode van de “revo” werden er ook wapens weggesmokkeld en geleverd aan de drugsbende van de FARC in Colombia en daarvoor in de plaats werd cocaïne aangevoerd. Weet de minister van Defensie, mevrouw Mathoera, dit niet of werd ze niet juist ingelicht door manlief, die toen reeds een belangrijke positie binnen het NL had. Ook uit de wapens die Brazilië ons land leverde in 1983, zijn er op een gegeven moment FAL geweren bij de Colombiaanse FARC-terroristen onderschept. Deze wapens, waarop de registratienummers niet waren verwijderd, waren door Brazilië aan ons land geleverd en ontvreemd uit de kazerne.
Onder elk regiem van Bouterse en zijn NDP, heeft men deze strategie van wapens buiten de kazerne plaatsen en in particuliere buffers of in het binnenland, toegepast. Als minister Mathoera thans beweert dat er niets mis is binnen de wapenkamers en munitiebunkers, hoe weet zij wat er was voor zij aantrad en wat er nu wel of niet, dient te kloppen? Het is begrijpelijk dat de minister geen paniek binnen de gemeenschap wenst te veroorzaken, maar ze moet gewoon eerlijk vertellen, hoe de vork in de steel zit en dat het gewoon een feit is, dat er destijds en ook gedurende de regeringen Bouterse 2010-2020, zaken zijn gebeurd, waar ze geen kijk op kan hebben. Mathoera doet er goed aan haar militaire inlichtingendienst goed te laten draaien en bemannen met figuren die loyaal aan de waarachtige democratie zijn, want het is nog steeds zo, dat het NL een slangenkuil is waar bepaalde belangen veel zwaarder wegen dan die van de democratische rechtsstaat. De zaak is in de periode 2010-2020, wederom zwaar verziekt geraakt en dat weet minister Mathoera ook maar al te goed. Binnen deze organisatie dient er een flinke opschoning plaats te vinden, anders zullen we zaken als aan de Wulfinghstraat vaker meemaken.