Mr. André Jainundun Saheblal kreeg gisteren uit handen van de decaan van de Faculteit der Juridische Wetenschappen, Wanda Bechan-Pherai, zijn eredoctoraat overhandigd. Bij deze plechtige gebeurtenis in de Centrumkerk, sprak Carlo Jadnanansingh als erepromotor, lovende woorden over de gedenkwaardige feiten in de carrière van de mr. Saheblal. Zoals de faillissementen die in ons democratisch bestel vrijwel ongebruikelijk zijn in tegenstelling tot Nederland, waar de rechter iemand met veel schulden failliet kan verklaren. Jadnanansingh merkte op, dat het interessant zou zijn te onderzoeken, waarom het faillissementsrecht in ons land niet tot wasdom is gekomen. Volgens hem is de grootste bijdrage die Saheblal heeft geleverd op het gebied van het zakenrecht. Hij ging ook in op het recht van onroerende goederen. Overigens, het Nederlands zakenrecht verschilt wezenlijk met dat van het Surinaamse zakenrecht.
De erepromotor ging eveneens in op de rede van Saheblal, die werd voorgelezen door Harish Monorath, en benadrukte het belang van ‘Het huisrecht en de wettelijke beknotting hiervan’. “Iedere burger moet zich veilig en vrij kunnen voelen in zijn woning”, zei Jadnanansingh onder andere over de wettelijke beknotting. Hij voerde aan dat op grond van het algemeen belang, beknotting van dit recht ook mogelijk is. In een wet moet inbreuk op privacy formeel in civiele zin geregeld zijn. De jurist noemt de landhervormingswetgeving van 1982, heel voornaam en behorende tot een van de bijzondere wetten.
Een opmerkelijke notitie bij “vrijheid van godsdienst”, bij de behandeling van de publiekelijke beperking en het huisrecht in de Nederlandse wetgeving, kwam ook naar voren, dat “in het belang van een godsdienst belijder, ruimer geïntepreteerd kan worden door de rechter. Immers, de mensenrechten en de bijbehorende regelingen zijn bedoeld om de bedreigde mens, concreet hulp te bieden”.