Guyanese vissers zeggen tegenover Guyanese media, dat de visserij in Berbice, langzaam aan het doodbloeden is. Er is minder vis en daardoor hebben de vissers uit de regio, hun werkzaamheden verlegd naar Surinaamse wateren. Veel gezinnen die afhankelijk zijn van de visserij lopen gevaar, net als de kleine ondernemers die ook profiteren van de visserij. Vissersbedrijven en aanmeerplaatsen zullen aanzienlijk worden gehinderd door de huidige situatie, zeggen Guyanese vissers. Sommige vissersbedrijven bieden verschillende diensten aan booteigenaren en bieden werkgelegenheid aan personen uit de gemeenschap.
Afgezien van degenen die op de vissersboten werken, zullen ‘hustlers’ die hun brood verdienen met het verkopen en schoonmaken van vis, worden getroffen als alle zaken in Suriname worden gedaan. ‘’De coöperatie zou niemand hebben om brandstof aan te verkopen, onze ijsmachine zou ook niet nodig zijn en zal gesloten moeten worden‘’, aldus een belanghebbende tegenover Kaieteur News. Vernomen wordt, dat bedrijven al aan het afbouwen zijn op zaken en personeel. Elke boot die naar zee gaat, koopt voedsel voor ten minste 80.000 Guyanese dollars en meer van marktkramers. De vissers kopen brandstof en andere benodigdheden die enorm bijdragen aan de regionale economie.
Guyanese vissers zeggen dat ze ook nadenken over wat er met hen gebeurt als Suriname van start gaat met het oppompen van olie, aangezien de vissers in Georgetown blijven spreken van lage vangsten. ‘’We weten niet wat er zal gebeuren als Suriname begint olie op te pompen, want dat is waar de vissers in Georgetown zich bezorgd over maken. Elke keer als we een vissersorganisatie kregen met vissers uit Essequibo en Georgetown, klaagden ze dat de vangst er niet meer is zoals voorheen‘’, zeggen de vissers.
FAO visstudie nog niet beschikbaar
De vissers geven aan, dat ze nog steeds niet op de hoogte zijn van de juiste reden voor de lage visvangst, omdat de Guyanese regering het vorig jaar uitgevoerde visonderzoek van de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) nog moet vrijgeven.
Ze zeggen dat wat ze weten, is wat er in het nieuws was gemeld over te veel regenval en verandering in het water om de vissen te laten migreren. De vissers voerden aan, dat de regenval door de jaren heen nooit hun bedrijf had beïnvloed en dat ze behoorlijke vangsten genoten.
Zij verklaren dat de regen voor hen juist meer vis oplevert. ‘’Want het seizoen mei-juni is waar we echt naar uitkijken als visseizoen.‘’ De vissers trekken zelfs de authenticiteit van het onderzoek in twijfel, omdat volgens hen degenen die het onderzoek uitvoerden, nooit hun aanmeersteigers hadden bezocht. De autoriteiten beweerden dat de FAO en de EPA de bureaus waren die het onderzoek uitvoerden, en dat de genoemde wetenschapper bij de FAO in Suriname is gevestigd. Ze zeiden dat de desbetreffende wetenschapper contact had opgenomen met lokale coöperaties en verwerkingsfaciliteiten, dus ze vermoeden dat deze informatie voor het onderzoek is gebruikt. Ze zeggen echter dat als de studie moet bepalen of de olie een rol speelt, “ze daar in de oceaan monsters moeten nemen om te weten of het olie of andere verontreinigingen in het water zijn’’.
De Guyanese regering had vissers in heel Guyana vorig jaar een subsidie van 150.000 Guyanese dollar gegeven. Hoewel de vissers dankbaar zijn voor de subsidie, vinden zij het bedrag niet voldoende om zelfs enkele bootwerkers uit de schulden te halen. Ze dringen er bij de regering op aan om de situatie van de lokale industrie te beoordelen.