Het gerechtshof Amsterdam heeft het strafvorderlijke beslag dat in april 2018 te Schiphol is gelegd op een geldzending uit Suriname van euro 19,5 miljoen in contanten, opnieuw opgeheven. Het hof heeft dat vandaag beslist, na verwijzing door de Hoge Raad. Het hof verklaart het klaagschrift gegrond en gelast de teruggave van: – Euro 4.500.000,00 (vier miljoen vijfhonderdduizend Euro) aan de Finabank, Euro 10.000.000,00 (tien miljoen Euro) aan Hakrinbank en Euro 4.999.000,00 (vier miljoen negenhonderdnegenennegentigduizend Euro) aan DSB. “Het voelt goed aan dat we al die tijd gelijk hadden, wat wij al die jaren geroepen hebben, was gewoon de waarheid. Wij hopen daadwerkelijk dat het geld vrij komt. We kijken ernaar uit en onze juristen zijn nu de uitspraak aan het lezen”, zegt Eblein Frangie, CEO van de Finabank, tegenover de krant. Volgens hem is er veel energie, tijd en geld besteed om het standpunt van de banken te bewijzen. “We hadden geen voorzieningen getroffen en nu kijken we ernaar uit, dat de geldzendingen weer op een gestructureerde manier op gang zullen komen. We waren er altijd van overtuigd, dat wij niets verkeerd hadden gedaan. De reputatie van Suriname zal weer hersteld worden en het zal een enorme positieve impact hebben op onze economische situatie”, aldus Frangie.
Beslaglegging van het geld strijdig
In december 2019 besliste de rechtbank in dezelfde zin. De Centrale Bank van Suriname (CBvS) deed samen met drie Surinaamse handelsbanken (DSB, Finabank en Hakrinbank) haar beklag tegen de inbeslagname. De rechtbank honoreerde de klacht van CBvS, omdat de beslaglegging van het geld strijdig zou zijn met het internationaal publiekrecht. CBvS, staatsorgaan van Suriname en de verzender van het geld, kwam volgens de rechtbank immuniteit van strafvorderlijk beslag toe. Het Openbaar Ministerie stelde tegen die beslissing van de rechtbank beroep in cassatie in bij de Hoge Raad der Nederlanden. In juli 2021 oordeelde de Hoge Raad dat de rechtbank de immuniteit van CBvS ten onrechte aan haar beslissing ten grondslag had gelegd, nu het geld niet toebehoorde aan CBvS, maar aan de handelsbanken. De Hoge Raad verwees de zaak naar het Amsterdamse gerechtshof, om nogmaals over de zaak te beslissen.
Beklag opnieuw gegrond verklaard
Het hof verklaarde het beklag tegen het beslag van CBvS en de handelsbanken vandaag opnieuw gegrond. De reden daarvoor is dat het beslag inmiddels ruim 4,5 jaar geleden gelegd is, dat in de kwestie nog geen strafzaak in Nederland aanhangig is gemaakt en dat ook geen concreet vooruitzicht daarop bestaat. Dat tot nu toe geen strafzaken zijn aangebracht, lijkt nauw verband te houden met de behoefte van het Openbaar Ministerie om meer informatie te verkrijgen van de Surinaamse autoriteiten. Deze informatie wordt echter niet verstrekt.
Het hof acht het daarom inmiddels hoogst onwaarschijnlijk dat er (later) een strafvorderlijke beslissing over het beslag zal worden genomen, waarvoor het voortduren van dat beslag vereist is. Het hof heeft de teruggave van het geld aan de drie Surinaamse handelsbanken bevolen.
Beslaglegging
Op 13 april 2018 heeft de douane te Schiphol een geldzending vanuit Surina-me met bestemming Hong Kong aan een controle onderworpen. Op de vrachtpapieren stond de Centrale Bank van Suriname
als ’shipper’ vermeld. Bij de vrachtpapieren was verder documentatie gevoegd over de inhoud van de zending die Euro 19.500.000,00 contant geld betrof en volgens de documentatie afkomstig was van de handelsbanken in de volgende verdeling: Euro 4.500.000,00 van de Finabank, Euro 10.000.000,00 van de Hakrinbank en Euro 5.000.000,00 (waarvan Euro 1.000,00 in valse coupures) van DSB.
De geldzending is douanetechnisch stopgezet, waarna per e-mail is gecorrespondeerd met de CBvS. De douane heeft haar bevindingen vervolgens overgedragen aan de FIOD, die op 17 april 2018 klassiek strafvorderlijk beslag op het geld heeft ge-legd. Het geldbedrag is bij De Nederlandse Bank geteld en met uitzondering van de twee valse biljetten van elk Euro 500,- giraal gemaakt. Op 1 juni 2018 werd een bedrag ter grootte van Euro 19.499.000 door De Nederlandsche Bank op een bankrekening van de Belastingdienst gestort.
Bronnen: https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:GHAMS:2023:22&showbutton=true&keyword=suriname&idx=1
https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Organisatie/Gerechtshoven/Gerechtshof-Amsterdam/Nieuws/Paginas/Beklag-tegen-beslag-op-Surinaamse-gelden-opnieuw-gegrond-verklaard.aspx