De Surinaamse Service Station en Exploitanten Bond (SSEB), is bezorgd over de wijze, waarop de invoering van de Belasting over de Toegevoegde Waarde (BTW) heeft plaatsgevonden. Ondervoorzitter Sirodjenie   Jankie, is teleurgesteld in de wijze waarop momenteel de inning van de BTW, door middel van technische hulpmiddelen, moet plaatsvinden. De inningen kunnen niet op een adquate wijze overgemaakt worden naar de Belastingdienst. Zo moet 5% BTW heffing op elke verkoopprijs van brandstof bij de pomp gerekend worden. De vertraging van deze heffingen zit vooral in overmaking, meent Jankie. De voorzitter van de SSEB, Guno Castelen, verwees naar de overheidsvoorlichting omtrent duidelijkheid over de Wet BTW en de voorzieningen die moeten worden getroffen voor een vlot en doeltreffend verloop van inningen die worden geheven.

De retail van benzine service stations ondervinden nog meer last bij het vorderen van de BTW-heffingen, die ook te maken hebben met de technische hulpmiddelen.

Hoewel bedrijven zich blijven registreren en de Belastingdienst zich sterk maakt om het contact met ondernemers te onderhouden, heerst er volgens Janki, een zenuwachtige stemming, ook de verhoogde prijzen van de middelgrote handelszaken maken het publiek onrustig. Als dat zo doorgaat met 12 procent omzetbelasting op producten en daar bovenop nog 10 procent BTW, kunnen volgens Janki, de minderdraagkrachtigen de dupe van de BTW-heffingen. Ondernemers roepen dat ze met het doorvoeren van verhogingen alvast de BTW willen voorschieten, echter, is dat ook verwarrend als nog de inning van de BTW op goederen gebeurt. Deze ondernemers stellen dat wij met zijn allen overheid zijn. Dus werken ze mee de BTW te reserveren en over te maken naar de Belastingdienst.

De uitvoeringscapaciteit van de betrokken ministeries en diensten schijnen onvoldoende te zijn. Iedereen moet BTW betalen als het nauw gaat om grote, middel grote bedrijven, kleine bedrijven of eenmanszaken. In deze beginperiode van de invoering brengt de wijze van aanpak onderzekerheid met zich mee. Het schijnt alsof alleen de klant van het product het gelag betaalt en de bedrijven hun prijzen verhogen.