In De Nationale Assemblee (DNA), zijn gisteren vier belastingwetten aangenomen: de wijziging Inkomstenbelasting 1922, wijziging Wet Loonbelasting, Wet Belasting over de Toegevoegde Waarde (BTW) 2022, en de wijziging Wet Casinobelasting 2002. Casino’s zullen voortaan meer geld moeten storten in de staatskas. Gelet op de inflatie en devaluatie van de afgelopen jaren, zijn de bedragen die worden betaald aan belasting achterhaald en wordt derhalve voorgesteld, ze te verhogen vooruitlopend op een algehele ordening van het casinowezen. De Wet Casinobelasting 2002 is op 1 januari 2003 in werking getreden en voor het laatst aangepast op 11 april 2011. Deze wet is aangenomen met algemene 40 stemmen.

De Wet Belasting over de Toegevoegde Waarde 2022 is nader gewijzigd met 27 stemmen vóór en 12 stemmen tegen. De NDP- en de BEP-fractie hebben tegen deze wet gestemd. Rabin Parmessar (NDP) legde uit, dat de regering geen zekerheid heeft kunnen bieden dat de uitvoering van de BTW goed zal verlopen. Volgens Parmessar heeft de regering ervoor gekozen, ‘’meer lasten te plaatsen op de bevolking’’.

De wijzigingen van de wetten moeten ertoe leiden dat na de invoering van de BTW, de feitelijke verlichting van de loon- en inkomstenbelastingdruk wordt gerealiseerd. De ontwerpwet houdende nadere wijziging Inkomstenbelasting 1922 en de ontwerpwet houdende nadere wijziging van de Wet Loonbelasting, heeft als doel een verdere verlichting van de feitelijke loon- en inkomstenbelastingdruk te realiseren. Deze twee wetten zijn aangenomen met algemene 40 stemmen. Verder is de belastingvrije grens opgetrokken naar SRD 7.500 en zijn de belastingschijven aangepast. De bovengenoemde wetten gaan allemaal in op 1 januari 2023. Over de BTW-wet bestaat nog veel onduidelijkheid, ook zijn er twijfels over de uitvoering hiervan. Gevreesd wordt dat de Belastingdienst niet in staat zal zijn een goede controle uit te voeren. Parlementariërs zijn van mening, dat de informatieverschaffing over de werking van de BTW-wet, opgevoerd moet worden. Gregory Rusland (NPS), vreest dat door de slechte voorbereiding van de wet, veel afgewenteld zal worden op de kleine man. Hij deed in dat kader een beroep op de regering om maatregelen te treffen, zodat het volk niet in een ‘’zwaardere periode komt te zitten’’. Ofschoon er vanuit het parlement een grote vraag was naar vrijstelling voor brandstof bij de BTW, blijft de 5 procent BTW op brandstof gehandhaafd. Voor 2023 is begroot SRD 4.1 miljard aan BTW binnen te halen. Volgens Asiskumar Gajadien (VHP) moet de samenleving beschermd worden bij de uitvoering van BTW. Hij vroeg de regering om de samenleving te beschermen door in de overgangsregeling op te nemen, dat de prijzen in de winkels niet verhoogd mogen worden met 10 procent als de BTW ingaat. De regering is meegegaan met het voorstel van Gajadien. Zo moeten levensmiddelen die tot en met 31 december 2022 gekocht zijn, tot en met 31 maart 2023 verkocht worden zonder daarvoor BTW in rekening te brengen.