Na een reeks olievondsten in de offshore van Suriname, voornamelijk in Blok 58, werd er sinds begin januari 2020, veel gespeculeerd dat Suriname het volgende Guyana zal worden. Sinds het begin van 2022, is er een reeks uitdagende obstakels ontstaan ​​die de ontluikende olieboom van Suriname en zijn potentieel om een ​​toonaangevend aardolieproducerend land in Zuid-Amerika te worden, bedreigen. Analisten hadden oorspronkelijk verwacht dat de eerste olie in 2025 zou worden gewonnen ​​en dat Suriname slechts vijf jaar later, 650.000 vaten per dag zal oppompen. Extra offshore ontdekkingen buiten Blok 58, versterkten het aanzienlijke optimisme rond de opkomende olieboom in Suriname. Als Suriname tegen 2030, 650.000 vaten per dag zou oppompen, zal dit een van de snelste opstartperiodes zijn van elk offshore gebied. Er zijn echter tekenen dat deze ambitieuze tijdlijn niet gehaald zal worden als er een reeks verontrustende obstakels opdoemt.

Apache Corporation en Total-Energies

Vijftig procent partners Apache Corporation en Total-Energies, de exploitant, hebben vijf commerciële ontdekkingen gedaan in het 1,4 miljoen hectare grote Block 58 voor de kust van Suriname. Aangenomen wordt dat het blok dezelfde volgroeide petroleumvaarweg omvat die ongelooflijke resultaten heeft opgeleverd voor het door Exxon-Mobil geleide consortium in het naburige Stabroek-blok voor de kust van Guyana, waardoor dat land een vooraanstaande olieproducent zal worden. Blok 58 bevat een aanzienlijk potentieel met ten minste 50 geïdentificeerde potentiële boordoelen.

De Amerikaanse investeringsbank Morgan Stanley, schatte in 2020 dat Blok 58 maar liefst 6,5 miljard vaten winbare oliebronnen zou kunnen bevatten, waardoor het een verbazingwekkende en zeer winstgevende troef is om te ontwikkelen.

Het optimisme rond Blok 58 werd ondersteund door aanvullende olievondsten op andere blokken in de offshore van Suriname. De nationale oliemaatschappij van Maleisië, Petronas, was samen met 50% partner Exxon in december 2020 verantwoordelijk voor de ontdekking van olie met de Sloanea-1-exploratieput op Blok 52. Apache kondigde in augustus 2022, de eerste olie-ontdekking aan op Blok 53 voor de kust van Suriname met de Baja-1 verkenningsput. De Amerikaanse boormachine heeft een belang van 45% in het blok, waarvan 30% in handen is van Petronas en de resterende 25% in handen van CEPSA. Dit was de zesde succesvolle wilde boorput van Apache in de offshore van Suriname en het bedrijf, dat de exploitant is, formaliseerde een verlenging van een jaar voor de exploratieperiode op het moment dat de ontdekking werd aangekondigd.

Maar recente boorresultaten wijzen erop, dat Blok 58 misschien niet zo gemakkelijk te exploiteren is als aanvankelijk werd aangenomen. Helaas zijn er sinds de succesvolle stromingstest van de Sapakara South-put in november 2021, drie droge gaten geboord in Blok 58. De laatste is de Awari-put, geboord in wat Apache beschreef als het niet-geteste noordwestelijke deel van het blok, dat werd geacht niet-commercieel te zijn. Dat kwam bij de mislukte Dikkop-1-put, waar watervoerende zandsteen in het beoogde gebied verstopt en verlaten was. Er was ook de sub-commerciële ontdekking van zwarte olie in november 2021, gedaan door de BonBoni-exploratieput.

FID

Aanvankelijk werd verwacht dat Apache en TotalEnergies voor eind 2022, een definitieve investeringsbeslissing (FID) zouden nemen met betrekking tot Blok 58, wat niet is gebeurd. De FID is uitgesteld tot medio 2023, waarbij TotalEnergies zijn bezorgdheid uitte over het aantal droge putten en tegenstrijdige bevindingen tussen seismische gegevens en boorresultaten. Om die redenen wachten de Franse oliegigant en partner Apache, op verdere resultaten van de putbeoordeling voor Blok 58 alvorens verder te gaan met de FID. De aarzeling van TotalEnergies en Apache is begrijpelijk als wordt aangenomen, dat het ongeveer USD 10 miljard zal kosten om Blok 58 te ontwikkelen en te profiteren van het aanzienlijke oliepotentieel dat het blok in zich heeft. Dit wordt verder bemoeilijkt door de tegenstrijdige geologie en het contract voor het delen van de productie dat met de Surinaamse regering in Paramaribo is afgesloten, is niet zo gunstig als dat van Exxon in het naburige Guyana voor het Stabroek-blok. Er wordt zelfs geschat dat operaties op Blok 58 een break-evenprijs zullen hebben van USD 45 per vat Brent, wat aanzienlijk hoger is dan de USD 25 tot USD 35 per vat die voor het Stabroek-blok wordt gerapporteerd.

Er wordt gespeculeerd dat de nationale oliemaatschappij van Suriname, Staatsolie, die het recht heeft om een ​​belang van 20% in Blok 58 te verwerven, wanneer de FID wordt gemaakt, onvoldoende middelen heeft om het volledige bedrag uit te voeren, wat betekent dat het waarschijnlijk een kleiner belang zal zoeken. Om de besproken redenen zal Suriname niet zo snel genieten van de enorme economische meevaller als aanvankelijk verwacht. Er wordt nu verwacht dat de eerste olie uit de kust van Suriname zal komen in 2027, waarbij de productie zal oplopen tot 650.000 vaten per dag rond 2032 of misschien later. Desondanks gaat Paramaribo door met de aanleg van een diepwaterhaven in Nickerie aan de noordwestkust van Suriname, die een belangrijke aanwinst zal zijn voor de ondersteuning van de ontluikende olieboom van het land. Het uitstel geeft Staatsolie ook extra tijd om haar middelen voor te bereiden, zodat het haar rechten onder het productiedelingscontract voor Blok 58 effectief kan uitoefenen.

Bron: Oilprice.com