EEN LACHERTJE VAN FORMAAT
Tijdens de verkiezingscampagne van 2020, werd door zeker één coalitiepartner uit de huidige regering bij een eventuele overwinning aan het electoraat beloofd, het volk steeds regelmatig en eerlijk te zullen voorlichten over het te voeren beleid. De vorige regering werd toen ook voortdurend het verwijt gemaakt, dat ze vele zaken in achterkamertjes bekokstoofde en het volk in het ongewisse liet. Een van de mooiste voorbeelden waren de besprekingen die met de Alcoa werden gevoerd, en wel naar aanleiding van het vertrek van de Amerikaanse multinational. Tot op heden is niet duidelijk wat er allemaal is afgesproken met de Alcoa en zijn vertrek. Nog minder is duidelijk, hoe zaken zullen worden afgehandeld met betrekking tot de mijngebieden en de stortplaatsen van chemisch afval. Maar laten we niet te ver afdwalen en het thans hebben over de plannen tot de bouw van een brug over de Corantijn, die Suriname met Guyana moet verbinden. Reeds kort na het aantreden van de regering Santokhi in juli 2020, werd door haar bekendgemaakt, dat er een brug zal worden gebouwd over de Corantijnrivier. Spoedig daarna bracht president Santokhi een bezoek aan zijn ambtgenoot Irfaan Ali, om ook zaken betrekking hebbende op de bouw van een oeververbinding over “onze” Corantijnrivier, te bespreken. We zijn inmiddels ruim twee jaar verder en de Surinaamse samenleving is zeer slecht voorgelicht over hoe het allemaal met de aanstaande bouw van dit megaproject zit. Er wordt ons wel verteld, dat in het eerste kwartaal van het komende jaar, er meer duidelijkheid zal komen over de bouw en de te nemen beslissingen. Veel meer werd er niet aan het Surinaamse volk verteld. Het is tot op heden niet bekend, wie voor kosten van de brug zal opdraaien. De Surinaamse burger weet nog steeds niet, hoe de brug eruit zal zien en hoe het met de jurisdictie van de enorme 3.1 kilometer lange oeververbinding, zal zitten. De brug moet namelijk op Surinaams grondgebied gebouwd worden, want de Corantijn is een Surinaamse rivier en dus is het van het allergrootste belang, dat wij in elk opzicht de jurisdictie van het gevaarte, in handen behoren te houden. In Guyana wordt er wel regelmatig aan de samenleving kond gedaan over de bouw, de constructie, de plek waar hij moet komen te staan, de lengte, en de bedrijven die al hebben ingeschreven voor de zogeheten “tender”. Verreweg de meeste bruggenbouwers komen uit China en ‘last but not least’ heeft het Nederlandse bouwbedrijf Ballast Nedam, zich ook aangediend. De Guyanezen mogen van Irfaan Ali alles weten over de bouwplannen van deze brug, maar in Suriname zwijgt de regering Santokhi als het graf. Wat voert deze regering met betrekking tot de bouw van deze brug in haar schild? Is ze bezig een deel van ons territoir te grabbel te gooien aan Guyanezen, die al eerder een stuk van ons grondgebied met militair geweld hebben weggeroofd? Hebben deze lui ons niet al voldoende benadeeld in het verleden? Hebben ze niet al decennialang onze visgronden geplunderd en willen ze dat nog in een hogere versnelling plaatsen, door 150 visvergunningen af te dwingen van de huidige regering? Wij en met ons nog zovelen, ontkomen niet aan de indruk, dat de regering Santokhi in deze kwestie een smerig spelletje speelt, dat gerust als landverraad moet worden aangemerkt, als ze de brug laat bouwen door de Guyanezen en de jurisdictie over de oeververbinding, te grabbel gooit. Gaat ze tot het laatste over, dan kunnen we ook onze nationale rivier als deel van ons grondgebied, gerust vergeten. De regering Bouterse wilde in den beginne ook een brug over de Corantijn bouwen, maar de jurisdictie speelde toen ook een rol en er werd toentertijd van onze zijde afgezien van de bouw. Dus als de regering Santokhi denkt te gaan sollen met de jurisdictie van de brug, omdat de Guyanezen juist daar een valkuil voor ons wensen te plaatsen, moet deze bouw onder geen beding doorgaan. Ook is het van belang dat de regering ten spoedigste in DNA volkomen en in alle openheid, komt vertellen wat er precies aan de hand is, want tot nog toe heeft dit project een smerig en achterbaks luchtje.