Het zogenaamde plan om de Tijgerbank in concessie uit te geven, is zeker niet goed aangekomen bij diverse leden van De Nationale Assemblee (DNA), het Kabinet vicepresident en bepaalde ministers. Zowel oppositie als de coalitieleden hebben hun misnoegen geuit omtrent deze kwestie en vinden dat zandbak niet mag worden uitgegeven.

Er is tot nog toe onduidelijkheid van wat zich aldaar precies afspeelt. Er is namelijk een  brief vanwege het Kabinet van de President gestuurd naar het ministerie van Ruimtelijke Ordening en Bosbeheer (GBB) over de status van de Tijgerbank zijnde een beschermd gebied. Volgens bronnen staat in de brief ook vermeld of het gebied eventueel zou kunnen worden uitgeven voor zandafgravingen.

De Tijgerbank ligt pal naast de monding van de Marowijnerivier, die een toeristische attractie is, met veel potentie aldus minister Albert Jubithana van Transport, Communicatie en Toerisme (TCT). Het zou volgens hem heel jammer zijn, als dat gebied zou worden uitgegeven. Indien er meer investeringen worden gepleegd in het belang van de zandbank, krijgt die zeker en betere status en wordt het gebied toeristisch aantrekkelijker. Edgar Sampie, lid van de ABOP, is geen voorstander van het verzoek, tot het uitgeven van de zandbank aan een concessionaris. Hij deed een beroep op minister Dinotha Vorswijk, van Ruimtellijke Ordening en Bosbeheer niet zomaar opdrachten uit te voeren afkomstig van het Kabinet, tenzij die opdrachten door de president zelf zijn geaccordeerd. Volgens Sampie is de brief betreffende de Tijgerbank niet door de president ondertekend, maar waarschijnlijk door een leidinggevende persoon op het Kabinet van de President.