Sleur: ‘Offshore olie vormt bedreiging voor kustgemeenschappen Suriname’

TotalEnergies  is voornemens olie te winnen voor de kust van Suriname en wil deze operatie ‘groen wassen’ door middel van – volgens milieubeschermingsorganisatie Probios – een dubieus bosbeschermingsplan. Lokale en internationale organisaties willen de olie in de grond houden. In januari 2020 kondigden TotalEnergies en Apache een belangrijke olievondst aan in Blok 58 voor de kust van Suriname. De vondst kwam overeen met ontdekkingen in het nabijgelegen Stabroek-blok voor de kust van Guyana en wekte hoop op een oliebonanza in het land. De oliemaatschappijen gingen door met het zoeken naar olie met nieuwe bronnen en hebben sindsdien vijf succesvolle boringen aangekondigd, de laatste in februari 2022. Twee andere proefboringen hebben geen commerciële reserves gevonden in het blok. Voorlopig is er geen duidelijk ontwikkelingsplan voor de reserves en is de definitieve investeringsbeslissing verschoven naar 2023.

De Surinaamse economie is van oudsher verbonden met winningssectoren. Tussen de 17e en 19e eeuw was de economie van het land aanvankelijk gericht op cacao-, suiker- en katoenslavenplantages onder Nederlands koloniaal bewind. In de 20e eeuw werden bauxiet en aluminium dominante sectoren van de economie. Momenteel vertegenwoordigt goudwinning 75 procent van de export, met een belangrijke aanwezigheid van ambachtelijke kleinschalige mijnbouw. De oliesector wordt steeds belangrijker en vertegenwoordigt nu 10 procent van de export.

Zowel de goud- als de oliesector wordt gecontroleerd door de nationale oliemaatschappij Staatsolie, die tot 2016 voornamelijk on-shore olie-exploitaties ontwikkelde in het district Saramacca. Dat jaar werden, na belangrijke ontdekkingen in hetzelfde oliebekken in het nabijgelegen Guyana, offshore exploratievergunningen aanbesteed aan internationale oliemaatschappijen, onder voorbehoud van deelnemingsrechten voor Staatsolie.

De Surinaamse milieuactivist Erlan Sleur, voorzitter van Probios, is tegen de winning van offshore olie en pleit ervoor om de olie in de grond te houden: een olieramp zou ‘’een doodvonnis betekenen voor de mangroven langs de kust van het land’’. Volgens de organisatie zijn de mangroven de beste verdediging tegen zeespiegelstijging; de wortels houden de grond vast en de mangroven groeien steeds hoger. Probios is ook tegen seismische exploratietests, omdat die de oceaandieren zullen verstoren.

Sleur betreurt dat er lokaal niet veel tegenstand is. ‘’Mensen zijn overtuigd van de belofte dat de oliesector een snelle economische ontwikkeling zal brengen en hen uit de armoede zal halen’’, aldus Sleur. Hij denkt echter dat corruptie en wanbeheer de winsten bij de multinationals en de nationale groepen zullen doen belanden en dat er niets overblijft voor de Surinamers.

In een studie over de oliedeals en hun financiering door internationale ontwikkelingsbanken, stelt de Duitse organisatie voor milieurechtvaardigheid, Urwald, inderdaad vast dat “ultralage royalty’s (6,5%) en belastingtarieven voor olie-investeringen blijven bestaan, terwijl belastingtarieven voor niet-oliesectoren en burgers toenemen, waarbij de zwaarste lasten op de armste mensen vallen”. De organisatie bekritiseert de betrokkenheid van het Internationaal Monetair Fonds, de Wereldbank en de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank bij het ondersteunen van de oprichting van internationale oliemaatschappijen in Suriname ten koste van het uitbreiden van de verlammende schulden van het land en de verwoesting van het klimaat.

Als compensatie voor het in de grond laten van de olie, eist Probios dat rijke landen Suriname betalen om zijn natuur te beschermen. In wat in eerste instantie lijkt op een stap in de richting van de milieurechtvaardigheidseisen van lokale organisaties, sloot TotalEnergies in november 2021 een deal met de Surinaamse regering om het bos van het land te behouden. Volgens de overeenkomst zou het bedrijf USD 50 miljoen betalen in ruil voor een onbepaald bedrag aan koolstofkredieten. Maar dit is niet wat lokale organisaties eisen, TotalEnergies wil naar olie boren en de centen betalen voor bosbescherming, zonder duidelijk bewijs dat enige uitstootvermijding aantoont. BankTrack verdedigt dat dergelijke regelingen voor koolstofkredieten “de ongelooflijke diversiteit van de bossen, graslanden en wetlands van de planeet terugbrengen tot een grondstof die zal worden verhandeld, en in het proces een massale nieuwe hulpbronnenroof van inheemse volkeren, boeren en lokale gemeenschappen teweegbrengen”. BankTrack hekelt de deal als “de greenwashing van olieblok 58” en herinnert eraan dat geen enkel nieuw fossiele brandstofproject verenigbaar is met het beperken van de opwarming van de aarde tot 1,5ºC. De internationale organisatie eist dat banken en verzekeraars stoppen met het ondersteunen van de expansie van de fossiele brandstofindustrie in het algemeen, en TotalEnergies’ Blok 58 in het bijzonder.

Het tragische wereldwijde milieuonrecht is duidelijk in deze deal met de duivel: “Nu rijke landen er niet in slagen hun verplichtingen na te komen om emissies te verminderen en klimaat- en mitigatiefinanciering te verstrekken, bevindt een land dat ernstig zal worden getroffen door de gevolgen van klimaatverandering, zich nu in bed met een oliereus.”

Bron: https://ejatlas.org/

More
articles