Roemer: ‘OMO onvoldoende om koers te beteugelen’

VES wil weten hoeveel het kasreserve percentage wordt verhoogd

Het VES-bestuur heeft na twee jaar, op 15 november jongstleden, weer overleg gevoerd met Maurice Roemer, governor van de Centrale Bank van Suriname (CBvS), en de directeuren Rakesh Adhin en Harry Dorinnie. De directe aanleiding was een uitnodiging van dhr. Adhin in zijn hoedanigheid als waarnemend governor, tijdens de VES 50-jaar jubileumactiviteit. In een openhartig gesprek werden diverse bestuurlijke en monetaire zaken onder de loep genomen. Het meest prangende vraagstuk betrof de Open Markt Operaties (OMOs). Op de vraag van de VES over het succes van de OMO, geeft de governor aan, dat ook de VES sterk pleitbezorger was van een zwevende wisselkoers. “OMOs zijn een uitvloeisel van het zwevend wisselkoersregiem. Bij een zwevende wisselkoers is de ‘burden’ voor koersstabiliteit primair bij het fiscaal beleid. De OMOs, welke onderdeel zijn van het programma met het IMF, is gebaseerd op kwantitatieve monetaire targets die in een rekenmodel zitten. De CBvS ziet de kosten van de OMO als een bijverschijnsel en kijkt vooral naar het netto effect. Als resultaat tot nu toe is SRD 1,3 miljard uitgegeven aan rentekosten, maar wel netto SRD 3,5 miljard aan liquiditeit afgeroomd. Dhr. Dorinnie brengt in herinnering dat er vanaf 2016 een OMO-raamwerk op papier is. Tot aan 2019 verkozen de beleidsmakers valuta-interventies om de koers te stabiliseren”, aldus de VES in de december-editie van VES-Inzicht.

Termijndeposito’s
Deze situatie vereiste volgens de VES, de beschikbaarheid van een grote deviezenreserve en was gegeven de omstandigheden, onhoudbaar. “Pas in juli 2021 is CBvS gestart met OMO als een van de ‘prior actions’ van het IMF, nadat in juni (eveneens als prior action) een zwevend wisselkoersregiem was geadopteerd. In plaats van het verhandelen van overheidswaarde papier (de zogenaamde T-bills) is het huidig OMO-beleid gebaseerd op het veilen van Centrale Bank termijndeposito’s”, benadrukt de VES.
“Vanaf mei 2022 constateren we dat de overheidsbestedingen meer dan normaal zijn toegenomen”, aldus Dorinnie. De VES is van mening, dat mede hierdoor de CBvS de OMO volumedoelstellingen niet heeft kunnen halen. “Het gevolg hiervan is dat banken tijdens de OMO-veilingen zeer hoge rentes zijn gaan bieden.” De VES heeft haar twijfels aangegeven over de OMO en vraagt of het zin heeft om op dezelfde manier ermee door te gaan. Dhr. Adhin zegt dat we de zaak fundamenteel moeten benaderen. “De CBvS dient volumes te halen binnen een macroraamwerk. Wat de CBvS niet kan absorberen (afromen van SRDs), lekt door naar de valutamarkt en heeft effect op de wisselkoers. Als de Overheid haar netto uitgaven in toom houdt, is er geen probleem, en werkt OMO goed”, stelde Adhin. Hij benadrukt dat de CBvS de OMO voor het eerst doet. Er zijn problemen met de werking van het rentetransmissie-mechanisme, waardoor in dat opzicht het door de CBvS gewenste effect van de OMO niet optimaal is. Het rentekanaal functioneert nog niet. “Je begint giraal af te romen maar de rente die de banken bieden (en verdienen) wordt uiteindelijk niet doorgeven aan de spaarders c.q. depositohouders”, aldus Adhin. Indien dat wel het geval zou zijn, zou ook chartaal geld naar de banken worden gebracht. Dat gebeurt nu niet.

Kasreserve
Desgevraagd zegt de governor dat CBvS zal doorgaan met de OMOs, er is geen andere mogelijkheid. Hij benadrukt wel dat groei en werkgelegenheid noodzakelijk zijn om de koers duurzaam te stabiliseren. De VES geeft aan dat een van oudsher door de CBvS gebruikt monetair instrument, namelijk de kasreserveregeling, nog steeds overeind staat. Met de verhoging van het kasreservepercentage voor SRD van 35 procent naar 39 procent, heeft de huidige CBvS-leiding juist de effectiviteit van dit instrument bewezen. Op de vraag van de VES of de Centrale Bank heeft berekend, met hoeveel het kasreservepercentage zou moeten worden verhoogd om dezelfde hoeveelheid SRD af te romen, kwam er echter geen antwoord, daar deze exercitie nimmer is gedaan. Adhin gaf aan, dat het kasreservepercentage verhogen wel een verkrappend effect zal hebben, maar de rentedoelstelling met kasreservemaatregelen niet wordt gehaald. Daarenboven zouden de banken ook moeten worden vergoed voor het aanhouden van omvangrijke kasreserves. De kasreserveregeling is bovendien een inefficiënt instrument van monetair beleid. Het huidig OMO-beleid heeft ruimte voor bijstelling en die ruimte zal binnenkort worden benut via de uitgifte van Centrale Bank Certificaten (CBC). De VES meent dat de rentedoelstelling echter niet wordt gehaald en dat zelfs bij een uitkering van een rente op de SRD-kasreserves, de rentekosten aanzienlijk goedkoper zouden uitvallen.

M0
De VES stelt daarom voor om niet te blijven zeggen dat er geen alternatief is, maar dit instrument verder uit te proberen. De CBvS persisteert echter, dat kasreservepolitiek geen monetair instrument is om liquiditeiten snel bij te stellen, omdat het de balansen van banken meteen beïnvloedt. “Het is een krediethoeveelheidsinstrument dat met lage frequentie (jaarlijks of langer) wordt aangepast. Openmarktpolitiek is het enige instrument binnen het monetair instrumentarium om de geldhoeveelheid (in dit geval de basisgeldhoeveelheid M0) met hoge frequentie (wekelijks) bij te stellen en in te spelen op variabele liquiditeitscreatie vanwege de netto uitgaven van de staat. De CBvS heeft ook meer greep op M0 (bankbiljetten in omloop + bankreserves), omdat die op haar eigen balans staat.” De bedoeling is dat de fiscale en monetaire pijler elkaar horen te versterken. Toen de CBvS het ministerie van Financiën heeft aangegeven, dat beter gelet dient te worden op de excessieve overheidsuitgaven, was het antwoord dat het niet anders kon, aangezien de uitgaven noodzakelijk zijn. De CBvS constateert dat als de overheidsuitgaven onevenwichtig toenemen, de CBvS de toenemende geldcreatie steeds moet opruimen.

OMO onvoldoende
Op de vraag van de VES waar het OMO-beleid uiteindelijk naartoe moet leiden, antwoordde de governor, dat OMO onvoldoende is om de koers te beteugelen, er dient veel meer te gebeuren. De focus alleen op rente is niet correct en de zaak moet niet geïsoleerd, maar in samenhang met alle beleidsmaatregelen van de overheid worden bekeken. Uiteindelijk zal het verkrappend werken. Niet alle banken doen mee. Als alle banken mee zouden doen, zou het beter kunnen doorwerken, zowel op de debet- als op de creditrente. OMO richt zich op het verband tussen geldhoeveelheid en prijspeil. In het huidige programma met het IMF is koersbeteugeling voor het IMF daarom geen doel. Door het uitblijven van de tweede en derde review is de monetaire en netto internationale reserve target van de CBvS niet aangepast. Hierdoor moet de CBvS werken met grotere OMO-volumes die aanleiding geven tot hoge biedrentes.

More
articles