President Chandrikapersad Santokhi heeft bij de herdenking van 50 jaar betrekkingen tussen de Caricom en Cuba, teruggeblikt op dit partnerschap. Het Surinaamse staatshoofd heeft in zijn hoedanigheid als Caricom-voorzitter de Caricom-Cuba Summit op Barbados geopend. In zijn toespraak zei Santokhi, dat de relatie als uitstekend en veelbelovend kan worden omschreven. Hij merkte op dat 50 jaar geleden de basis werd gelegd voor het opbouwen van een sterke en wederzijds voordelige relatie, sindsdien formeel ondersteund door instrumenten als technische samenwerkingsovereenkomsten en memoranda van overeenstemming.
President Santokhi: “Dit voorbeeldige model van Zuid-Zuid-samenwerking komt voort uit de historische en moedige daad van vier nieuwe onafhankelijke Caribische staten, die te midden van immense politieke spanningen, op internationaal niveau diplomatieke betrekkingen aangingen met hun zusternatie. Daarom is de regio dankbaar voor de moedige daad van deze eerste vier Caricom-landen: Barbados, Guyana, Jamaica en Trinidad en Tobago.” Santokhi noemde de ondertekening van de overeenkomst op 8 december 1972 – waarbij diplomatieke banden met Cuba werden aangegaan – een gedurfde en ongekende onderneming. Volgens hem werd hiermee een verklaring naar de wereld gestuurd dat Cuba een integraal en essentieel onderdeel is van de wederzijdse vooruitgang van het Caribisch gebied.
“En sinds de ondertekening hebben we een consistente, regelmatige dialoog en een gestage versterking van die vriendschappelijke banden ervaren”, aldus Santokhi. Hij voegde eraan toe, dat de standvastigheid en solidariteit van de Caricom-Cuba-relatie door veel ontwikkelingen beproefd en getest is geworden. Toch is volgens de Caricom-voorzitter, de Caribische gemeenschap nooit afgeweken van haar principiële standpunt. Hij noemde het een standpunt, dat niet alleen in overeenstemming is met de grondbeginselen van het buitenlands beleid van de Caricom-landen, maar ook een eerbetoon is aan de moed, veerkracht, vindingrijkheid en solidariteit, die getoond zijn door de regering en het volk van Cuba. President Santokhi: “Het heeft onze relatie laten uitgroeien tot een van de blijvende banden van vertrouwen, respect, vriendschap en samenwerking.”
De Caricom-voorzitter acht het van belang om het grote werk te erkennen en te herinneren. Verder is het volgens hem belangrijk om niet alleen vriendschappelijke betrekkingen te initiëren, maar ook de relaties die zijn aangegaan door zij die er niet meer zijn, te blijven koesteren. In dezen memoreerde hij de rol van wijlen de minister van Buitenlandse Zaken van Cuba, Ricardo Alarcón, die onderhandelingen leidde om de diplomatieke banden aan te knopen met de eerste vier Caricom-landen. “We zijn het aan hen verplicht voort te bouwen op hun pionierswerk en het partnerschap te verstevigen”, aldus de Caricom-voorzitter.