Een groep inheemsen koos gisteren op de dag van de onafhankelijkheid ervoor acties te voeren en het defilé te obstrueren. Volgens de groep, wilde zij een petitie persoonlijk overhandigen aan de president, echter werd haar de toegang tot het staatshoofd belemmerd. Volgens de groep heeft zij vorig jaar ook al getracht de president te spreken, echter werd zij toen bij de Palmentuin tegengehouden en haar medegedeeld dat er toen sprake was van een Covid-19-situatie. De petitie werd volgens de groep door een vertegenwoordiger in ontvangst genomen, maar werd zij nooit uitgenodigd voor een gesprek. Dit jaar werd haar opgedragen het gebied te verlaten, maar koos zij ervoor om op het Onafhankelijkheidsplein te gaan zitten. Onder andere de grondenrechten blijft een heet hangijzer voor haar. “Zo trekken we wereldwijd de aandacht”, zei een van de actieleiders.
De groep koos na haar standpunt duidelijk gemaakt te hebben, ervoor de plek te verlaten en op het plein naast De Nationale Assemblee (DNA), verder actie te voeren. Echter raakte ze in conflict met de politie, waarbij er klappen werden uitgedeeld, toen de politie over wilde gaan tot het plegen van aanhoudingen. Volgens verklaring van de politie, was het de bedoeling de inheemse betogers zo ver mogelijk van de troepen te houden. “We stonden slechts erbij om te voorkomen, dat de mensen op straat kwamen”, aldus een politiefunctionaris. Volgens de politie was een discussie en het provoceren van haar, waarbij iemand zou worden afgevoerd, uitgemond in een handgemeen.