Aangepast jaarverslag 2019 gedistribueerd
De lederschildpad kan volgens het herziene jaarverslag over 2019 van De Surinaamsche Bank (DSB) nog steeds 3 meter lang worden en 900 kilogram wegen. Veel andere informatie is in vergelijking met het eerder aan de aandeelhouders voorgelegde jaarverslag gewijzigd. De belangrijkste wijzigingen betreffen het terugdraaien van de verkoop van onroerend goed aan de Centrale Bank van Suriname (CBvS). Deze verboden transactie vond in 2019 plaats om DSB uit haar benarde financiële positie te helpen. De CBvS mag volgens de Bankwet echter geen onroerend goed kopen anders dan voor eigen gebruik. In het aangepaste jaarverslag is onder meer het terugdraaien van deze verkoop verwerkt.
Het is alweer bijna een jaar geleden dat de aandeelhouders op 28 december 2021 voor het eerst bijeenkwamen om terug te blikken op boekjaar 2019. Door de covid-maatregelen mocht de vergadering niet lang duren. Al aan het begin van de vergadering werd besloten om de behandeling van het jaarverslag over 2019 uit te stellen naar een volgende vergadering. Veel kostbare tijd werd daarna verspild aan allerlei randverschijnselen, zoals de rommelige maatregelen rond deelname aan de vergadering via een videoverbinding.
Hoewel de behandeling van het jaarverslag werd uitgesteld, werden de cijfers over 2019 toch toegelicht. De eerste opstelling ervan volgens International Financial Reporting Standards (IFRS) had voor grote vertraging gezorgd. De bank leed in 2019, evenals in het voorgaande boekjaar, een fors verlies en het eigen vermogen was nota bene negatief. Dat verlies werd vooral veroorzaakt doordat de bank onder IFRS flinke voorzieningen moest vormen voor vorderingen op de CBvS en de Staat Suriname, onder meer vanwege de gestolen kasreserves. Onder de oude verslaggevingsgrondslagen deed men net alsof de CBvS en de Staat Suriname betrouwbare en kredietwaardige partijen zijn die goed zijn voor hun geld. Niets is minder waar. De problemen rond de illegale verkoop van het onroerend goed moesten volgens de directie toen nog worden opgelost.
Er is werk aan de winkel voor de bank en haar accountants. Tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders in december 2021 bleek dat een aandeelhouder niet begreep waarom het verlies in 2018 onder IFRS nog hoger is dan het eerder in het jaarverslag over 2018 gerapporteerde verlies. Heeft de vorige accountant fouten gemaakt? De directie legde uit dat de cijfers door twee verschillende accountants waren gecontroleerd. De huidige accountant is heel erg nauwkeurig en diepgaand en heeft het verlies naar SRD 80 miljoen gebracht. De aandeelhouder volharde: het eerder goedgekeurde verslag over 2018 blijkt achteraf dus niet goed te zijn. De ene accountant rapporteert een verlies van SRD 56 miljoen en de andere een verlies van SRD 80 miljoen. Dat is volgens deze aandeelhouder niet goed te praten.
DSB heeft de aandeelhouders inmiddels uitgenodigd voor de ‘jaarlijkse’ Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 28 november 2022, hoewel deze vergadering niet jaarlijks plaatsvindt. De bank wijst de aandeelhouders erop dat het jaarverslag over 2019 opnieuw is uitgebracht, zoals is toegelicht in de paragrafen 2 a) en 42 a) van de jaarrekening. Dat moet overigens zijn de paragrafen 2.1 en 42 a, om misverstanden te voorkomen. In die paragrafen wordt toegelicht dat de verkoop van het project Accaribo – de bank vermijdt angstvallig de meer gebruikelijke maar belaste term Blauwmeer – door DSB aan de CBvS is teruggedraaid en dat dit is verwerkt in de aangepaste cijfers.
DSB heeft via de deelneming Panaso Vastgoed van haar joint venture met Assuria, DSB Assuria Vastgoedmaatschappij (DAVG), in het verleden geïnvesteerd in een bouwterrein rond de voormalige Accaribo-bauxietmijn van Billiton. Door de afgravingen is een meer ontstaan vol azuurblauw water, waaraan het project de naam Blauwmeer te danken had. De ambitie om hiervan een succesvol bouwproject te maken is op een debacle uitgelopen. DSB financierde de aankoop door de joint venture en draaide door afwaardering van de lening voor grote stroppen op. Om DAVG niet langer proportioneel te hoeven consolideren, droeg DSB een klein aandelenbelang in DAVG over aan Assuria. Dat was goed voor de solvabiliteit van DSB, maar de dubieuze debiteur verdween niet uit de boeken. Toenmalig governor van de CBvS, Robert van Trikt, hielp de bank een handje; de CBvS kocht in 2019 Blauwmeer. De opbrengsten stalde DSB als deposito bij de CBvS. De ex-minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad, besloot begin 2020 al dat deze transactie moest worden teruggedraaid, terwijl hij hiervan moet hebben geweten.
Veel wijzigingen in het jaarverslag over 2019 betreffen gebeurtenissen na balansdatum, die tevens na het opmaken van de eerdere versie van het verslag plaatsvonden, zoals personele wisselingen in de directie en de raad van commissarissen. De meeste impact heeft vanzelfsprekend het terugdraaien van de verkoop van Accaribo aan de CBvS. De bank licht toe: “In 2022 hebben de betrokken partijen besloten om de overname van Accaribo terug te draaien. Op 28 april 2022 is een garantie overeenkomst getekend tussen De Surinaamsche Bank, Assuria N.V. en Panaso Vastgoed N.V. waarbij overeengekomen is dat de schuldpositie van Panaso Vastgoed N.V. aan De Surinaamsche Bank per eerdergenoemde datum opnieuw USD 20 miljoen bedraagt. Tevens is in dezelfde overeenkomst Assuria akkoord gegaan om voor USD 10,2 miljoen (Assuria’s aandeel 51% in DAVG/ Panaso Vastgoed N.V. schuldpositie) deze schuld te garanderen en deze garantie te dekken middels termijndeposito’s.” Assuria garandeert dus met terugwerkende kracht ongeveer de helft van de schuld van Panaso Vastgoed aan DSB. Daardoor kon de voorziening lager worden vastgesteld en valt het resultaat van DSB minder ongunstig uit.
Het gewijzigde verslag is merkwaardigerwijs ook ten dele in het Nederlands opgesteld (het bestuursverslag e.d.) en ten dele in het Engels (de jaarrekening). De accountant geeft een goedkeurende controleverklaring af bij de jaarrekening. Hij wijst erop dat materiele onzekerheid bestaat over de continuïteit van de bank. Door de meerjarige verliezen en het negatieve eigen vermogen – wat in strijd is met de wettelijke vereisten – staat de bank onder verscherpt toezicht van de CBvS, waarvan overigens de verliezen en het negatieve eigen vermogen die van DSB verre overstijgen. Hoewel de bank dus veronderstelt dat de cijfers op basis van continuïteit kunnen worden opgesteld, bestaat daarover materiële onzekerheid. De accountant stipt ook aan dat het jaarverslag opnieuw is opgesteld door de directie, teneinde het terugdraaien van de verkoop van Accaribo te verwerken.
Het terugdraaien van de verkoop van Blauwmeer c.q. Accaribo en de garantie die Assuria heeft verstrekt, leiden tot een lager verlies en een minder negatief eigen vermogen. De toevoeging aan de voorziening voor dubieuze debiteuren in 2019 is bijgesteld van SRD 109,3 miljoen naar SRD 32,9 miljoen. Het verlies voor het boekjaar 2019 is verlaagd van SRD 114,5 miljoen naar SRD 38,1 miljoen. Het eigen vermogen eind 2019 was SRD 140,0 miljoen negatief en is opgekrikt naar SRD 61,6 miljoen negatief. Dat resulteert in een onwaarschijnlijke BIS-ratio van 3,0% negatief, in plaats van 5,3% negatief. De schulden gaan de bezittingen te boven. Het goede nieuws? DSB betaalt zich niet blauw meer aan Accaribo.
Hans Moison