Staatsolie zal dit jaar miljoenen USD meer overdragen aan de Overheid

“Het jaar 2022 is super geweest voor Staatsolie, we zijn goed op weg al onze productietargets te halen of te overschrijden. Dit zijn de productie van ruwe olie op Saramacca, Gasoline en Diesel productie op Tout Lui Faut en de elektriciteitsproductie op Tout Lui Faut en Afobaka. Daarnaast hebben we veel betere olieprijzen gehad dan initieel verwacht. Een eenvoudige formule om het effect hiervan te bepalen is het gebruiken van onze ruwe olieproductie van 6 miljoen barrels ruwe olie. Elke US-dollar stijging betekent min of meer USD 6 miljoen meer winst. De olieprijs is dit jaar significant hoger dan wij hadden verwacht. “Dat vertaalt zich in significant hogere overdrachten aan de Overheid, we moeten denken in tientallen miljoenen USD hogere overdrachten dan gepland” aldus de CEO van Staatsolie, Annand Jagesar. “Wij hopen dat de Overheid de mensen die dat het hardst nodig hebben, hiermee kan ondersteunen”.

Winst

De staat Suriname krijgt conform de wet, 36 procent winstbelasting over elke dollar die Staatsolie verdient. De nettowinst van het bedrijf is dan 64 procent van elke dollar, daarvan gaat weer 50 procent in dividend naar de staat.

Dit betekent dat 32 cent per dollar overblijft voor het staatsbedrijf om herinvesteringen te plegen. Daarom is het zo dat de staat bij een winst van 100 miljoen dollar, theoretisch 36 miljoen aan belastingen ontvangt en weer 32 miljoen van de nettowinst aan dividend (dus 0,68 ct voor iedere dollar). Daarnaast ontvangt de staat ook nog loonbelasting van het staatsbedrijf, royalties? afkomstig uit de Merian goudmijn en ook nog verbruiksbelasting van de dochteronderneming GOw2 (nu door de subsidie is het nul).

Jaarverslag 2021

Staatsolie Maatschappij Suriname publiceerde in mei dit jaar haar jaarverslag over 2021 en daarin werden verschillende aspecten belicht die invloed hebben gehad op de bedrijfsresultaten. ‘’In 2021 beleefde de wereldeconomie een opmerkelijke ommekeer in zijn prestaties. In aansluiting op een geschatte daling van 3,1% van de wereldwijde productie in 2020, herstelde de groei tot een indrukwekkende 5,9% volgens recente schattingen van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Deze ommekeer werd vooral veroorzaakt door een voorlopige heropening van de economieën na de voorgaande grote lockdowns. De effecten van de covid-pandemie namen af. Het fiscale en het monetaire beleid bleven vrij ontspannen alsook ondersteunde uitgaven. Consumentenvraag en internationale handel schoten omhoog. Deze golf kwam echter in botsing met het aanbod en de transportstoringen. De prijzen van ruwe olie en grondstoffen zonder brandstof, stegen gemiddeld met respectievelijk 67% en 27%. De opwaartse prijsdruk werd versterkt door hogere vrachttarieven. De stijging van de consumentenprijsindex (CPI) in de geavanceerde economieën versnelde tot 3,1% in 2021 ten opzichte van? een stijging van slechts 0,7% in 2020. In de opkomende economieën schommelde de CPI rond hogere niveaus en steeg de index van 5,2% tot 5,9%, wat extra druk legt op de koopkracht, en op de kleinere huishoudens’’, aldus het jaarverslag over 2021.

More
articles