De gewezen governor van de Centrale Bank van Suriname (CBvS), Robert van Trikt en de ex-directeur van de Surinaamse Postspaarbank (SPSB), Ginmardo Kromosoeto, zijn gisteren onder bijzondere voorwaarden in voorlopige vrijheid gesteld. De raadslieden van de verdachten hebben gisteren het verzoek gedaan om hun cliënten in voorlopige vrijheid te stellen. De advocaten motiveerden, dat er geen sprake van vluchtgevaar is. Het verzoek werd de eerste keer door de rechter Anand Charan afgewezen, omdat hij in hoger beroep van oordeel is dat de ernstige bezwaren nog steeds recht overeind staan. De overige rechters die aanzaten, waren Duncan Nanhoe en Subhaas Punwasi.

De bijzonder voorwaarden houden in dat de verdachten gedurende de periode dat ze niet in hechtenis zijn, het land niet mogen verlaten. De rechter zei dat de paspoorten van de verdachten indien deze nog niet ingeleverd zijn, ingeleverd moeten worden. Verder dienen ze aanwezig zijn op elke zitting.

Van Trikt bleef erbij het niet eens te zijn met het vonnis. Hij motiveerde dat hij nimmer onwettelijke handelingen heeft gepleegd die de staat noch de Centrale Bank van Suriname in gevaar hebben gebracht. Van Trikt zei ervan overtuigd te zijn, dat zijn gepleegde handelingen niet in het nadeel zijn gekomen van de Centrale Bank. ‘’In eerste instantie ben ik verrast en verbaasd over het vonnis. Ik ben onschuldig. Ik heb niet gestolen en niet gefraudeerd‘’, aldus Van Trikt.

Hij vindt dat hem een straf is opgelegd voor handelingen die hij gepleegd heeft voor land en volk.

Hoewel Van Trikt verklaarde dat er hier en daar ‘’onhandige handelingen’’ zijn gepleegd, zegt hij dat dit de zaak niet maakt tot een strafbaar feit. Van Trikt legde uit welke impact deze zaak heeft gehad op het leven van de verdachten. ‘’Hun reputatie is geschaad en vooral hun gezondheid achteruit gegaan’’, stelde Van Trikt. Waarnemend procureur-generaal Shanta Mahadew, motiveerde dat het niet nodig is om getuigen te horen.

Ze stelde, dat de feiten zoals opgenomen in de tenlastelegging, gepleegd zijn. Op basis van het getuigenverhoor heeft zij het verzoek gedaan, de verdachten niet in voorlopige vrijheid te stellen, omdat er volgens haar nog steeds vluchtgevaar bestaat.

De verdere behandeling van de beroepzaak van Van Trikt en Kromosoeto zal plaatsvinden op 9 januari 2023.