‘’Internationale investeerders zullen je vertellen, dat ze de olievooruitzichten van Guyana prefereren boven die van Suriname, en zelfs die van de oude producent Trinidad en Tobago’’, zegt energieanalist Arthur Deakin en directeur van Americas Market Intelligence (AMI) Energy Practice, gaf deze verklaring als onderdeel van een uitgebreide case die hij presenteerde tijdens een virtueel seminar dat onlangs werd georganiseerd door het Institute of Commonwealth Studies. Op het seminar werd onder andere gesproken over de vergelijkende gevallen van Trinidad en Tobago, Suriname en Guyana, en de keuzes en beperkingen waarmee deze landen worden geconfronteerd bij het nakomen van hun publieke inzet voor groene transities.
Suriname, Guyana en Trinidad & Tobago
Deakin werd specifiek gevraagd om de vooruitzichten van de internationale particuliere sector te bespreken bij het overwegen van het Caribische Gemeenschap (CARICOM) trio. Deakin verklaarde, dat Guyana om verschillende redenen, de beste keuze is voor investeerders. Kijkend naar Trinidad en Tobago, zei hij dat de belangrijkste zorgen voor internationale actoren zijn geworteld in de dalende productie van het land, onvoldoende vervangingsreserves om de petrochemische en productie-industrie te stimuleren en de algehele daling van zijn productiecyclus.
“Alle tekenen wijzen erop dat de achteruitgang van Trinidad zich zal voortzetten, omdat nieuwe exploratieactiviteiten zich gericht hebben op kleinere gasvoorraden en gebruik maken van bestaande infrastructuur die al voor de kust van Trinidad is ontwikkeld.
De velden zijn behoorlijk volwassen. Het ziet er dus niet naar uit dat er in de nabije toekomst grote bevindingen zullen zijn”, merkte Deakin op. Hij zei dat de meeste duurzaamheidsverwachtingen van Trinidad berusten op het Calypso-veld, een conventionele gasontwikkeling die in 2028 met commerciële productie moet beginnen. Het wordt beheerd door BHP en partners. Hij voegde eraan toe dat Trinidad ook zijn weddenschappen op partnerschappen met Venezuela afdekt. ‘’Het nadeel hiervan is dat een dergelijke stap afhankelijk is van de opheffing van de sancties tegen de Spaanssprekende natie door de VS in ruil voor vrije en eerlijke verkiezingen daar.’’ Het lijkt er volgens Deakin niet op, dat dit gaat gebeuren.
Zelfs met toezeggingen voor hernieuwbare energiebronnen, zei hij dat Trinidad en Tobago weinig belangstelling ziet, omdat de kosten van elektriciteit zwaar worden gesubsidieerd door de overheid. In het licht hiervan stelde Deakin dat er geen economische aantrekkingskracht is voor overstappen, sparen en behalve de klimaatdoelen die bedrijven in 2050 zouden moeten halen.
In de tussentijd zei hij dat de meer dan 30 belangrijke ontdekkingen in het Stabroek-blok in Guyana meer aandacht wegtrekken van zijn Caricom-zuster. Deakin prees de regering van Guyana voor het invoeren van strategieën om een ongekende groei in de komende jaren te verzekeren en voor het scheppen van een gunstig klimaat dat verdere investeringen in andere sectoren aantrekt.
FID Blok 58
Voor Suriname zei hij, dat de Nederlandstalige natie ongeveer ‘’vijf jaar achter is op Guyana’’. Hij zei dat de zorgen voor investeerders voortkomen uit het ontbreken van een definitieve investeringsbeslissing (FID) op Blok 58, de meest geavanceerde offshore-concessie van het land. Hij zei dat de FID steeds wordt uitgesteld door TotalEnergies, de blok-operator. “Eerst zou het besluit in 2021 uitkomen, daarna werd het uitgesteld tot 2022 en nu is het 2023. De exploitant zegt te wachten op meer gegevens en wil meer seismisch onderzoek doen om te weten wat er zich daadwerkelijk in die blokken bevindt’’, legde Deakin uit. Hij zei echter dat AMI’s bronnen ter plaatse vertelden dat TotalEnergies niet helemaal zeker is hoe dit blok past in hun langetermijnvisie voor zijn energie-transitiestrategie. ‘’Zonder deze FID zouden alle andere investeringen vertraging oplopen en daarom een zorgwekkende schaduw werpen op de verkennende toekomst en de interesse daarin voor Suriname’’, zei Deakin. In de tussentijd zal Guyana een belangrijke speler worden met zijn hoogwaardige, goedkope olie. Hij zei dat er geen argument is dat Guyana de voorkeur heeft van de drie.