Verdrag van Wenen van toepassing op Surinaamse staatsburgers in het buitenland

Het ministerie van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS), adresseert naar aanleiding van verwarrende berichtgeving in de gemeenschap, de kwestie over de arrestatie van een Surinaamse staatsburger, mevrouw N. Jabini die op verdenking van drugssmokkel in Sri Lanka is aangehouden.

Het is de plicht van de Surinaamse overheid om haar Surinaamse staatsburgers in het buitenland, indien nodig, consulaire bijstand te verlenen. Binnen het Verdrag van Wenen inzake Consulair Verkeer (Art 5 en 36 lid 1c) en het Verdrag van Wenen inzake Diplomatiek Verkeer, zijn er taken en bevoegdheden opgenomen waar lidlanden zich aan dienen te houden en waar het raamwerk waarbinnen gewerkt kan en mag worden, is aangegeven. Conform deze randvoorwaarden heeft de Surinaamse overheid stappen ondernomen.

De Surinaamse ambassade te New Delhi (India) heeft onmiddellijk contact opgenomen met de autoriteiten van Sri Lanka. Na de bevestiging van de arrestatie van mevrouw Jabini, heeft de Surinaamse ambassade te New Delhi, meteen toestemming gevraagd aan de Sri Lankaanse autoriteiten voor consulaire toegang tot betrokkene, hetzij virtueel of fysiek. De toegang tot betrokkene is essentieel om na te kunnen gaan wat de fysieke en mentale gesteldheid van de persoon in kwestie is en als zij op een menswaardige manier wordt behandeld. Voorts zal middels dit contact worden nagegaan op welke wijze bijstand verleend kan worden.

Daarnaast heeft de permanente vertegenwoordiging van de Republiek Suriname te New York, op instructies van het ministerie, een gesprek aangevraagd bij de Sri Lankaanse counterpart aldaar. Suriname onderhoudt sinds 16 november 2012 vriendschapsbanden met Sri Lanka, waarbij destijds door middel van de ondertekening van een Joint Communiqué, de banden werden bevestigd door ambassadeur Henry Mac Donald namens Suriname en ambassadeur Palitha T.B. Kohona van Sri Lanka.

Primair is het aangevraagd gesprek bedoeld om te informeren naar de status van het onderzoek dat ingesteld is naar de Surinaamse staatsburger en te informeren naar de consequenties die kunnen volgen als gevolg van een mogelijke veroordeling van de Surinaamse staatsburger.

Inmiddels is een Surinaamse advocaat door de familie van mevrouw Jabini aangewezen als contactpersoon en vindt via deze communicatielijn informatie-uitwisseling plaats met de familie. In dit stadium is er nog geen sprake van een rechterlijke uitspraak en er wordt derhalve door het ministerie een beroep gedaan op de samenleving de informatie met betrekking tot deze casus van de bevoegde autoriteiten of de advocaat van betrokkene te vernemen, om zodoende onnodig ongerief te voorkomen voor de familie en haar naasten.

Tot slot wordt benadrukt dat de toegepaste werkwijze door het ministerie en haar diplomatieke missies ter waarborging van de rechten van onze staatsburger in kwestie, conform diplomatiek- en consulair gebruik wordt afgehandeld.

More
articles