“Exporteurs van goud en goederen zijn ingevolge A.B. no.226, gehouden om tenminste vijfendertig procent (35%) van al hun opbrengsten binnen vijf dagen na invoer van die opbrengsten, ten verkoop aan te bieden aan een Deviezenbank in Suriname die correspondentierelaties heeft met buitenlandse banken, tegen Surinaamse dollar, een en ander zoals bedoeld in artikel 20 en 21 van de Deviezenregeling 1947”, stelde de Centrale Bank van Suriname (CBvS), op 16 september jl. in een circulaire aan de deviezenbanken.
In de circulaire waren ook de nadere voorschriften betreffende de te hanteren transactiekoers in het kader van de herziening van de retentieregeling, zoals laatstelijk gewijzigd bij algemene beschikking NO.226 van de deviezencommissie, opgenomen.
De voorschriften betreffende de te hanteren transactiekoers bij de repatriatie en afdracht van de exportopbrengsten, zijn sinds maandag 19 september 2022, in werking getreden.
Naar wij vernemen, was het de bedoeling dat deze retentieregeling met de importeurs een positief effect zou hebben op de vraag naar USD.
Er was inderdaad op een bepaald moment een duidelijke daling geconstateerd op de markt en dat kwam, omdat de Centrale Bank door middel van deze retentieregeling heeft kunnen interveniëren op de valutamarkt, waardoor de wisselkoers daalde.
Echter, uit betrouwbare bronnen heeft de redactie vernomen dat de retentieregeling maar even leek te werken en tot nu toe niet volledig van de grond kan komen om te voldoen aan de vraag op de valutamarkt.
Geïntegreerde en gefaseerde aanpak
Professor tevens econoom Anthony Caram, stelde onlangs ter gelegenheid van het vijftigjarig jubileum van de Vereniging van Economisten in Suriname (VES), dat op relatief grote schaal er meerdere valuta’s in de economie circuleren, hetgeen leidt tot onrust op de valutamarkt en tot een verdere waardedaling van de Surinaamse munt, de SRD. Het zoeken naar effectieve oplossingen blijft moeilijk volgens Caram, omdat het inzetten van snelle en op zichzelf staande ingrepen op termijn nauwelijks effectief is.
“Zo hebben onder meer valuta-interventies, retentieregelingen en een tijdelijk verbod op niet-noodzakelijke importen elk hun eigen beperkingen en leveren geen blijvend effect op. Naar mijn inzicht biedt een geïntegreerde en gefaseerde aanpak van de wisselkoersproblematiek meer kans op succes. Deze aanpak vereist allereerst dat de Centrale Bank het lopende overleg met de financiële instellingen verder intensiveert.
Zij zal dan wel het leiderschap bij dit overleg steviger naar zich toe moeten trekken en doelgerichte corrigerende sturing moeten geven. Zij dient zich daarbij meer te richten op het leveren van maatwerk”, benadrukte Caram.
Interventies
De economen Marein van Schaaijk en Gerard Lau, hebben kortelings in de oktobereditie van VES INZICHT, uiteengezet welke maatregelen er nodig zijn voor een stabiele wisselkoers. Volgens hen zijn interventies om de koers te stabiliseren een optie, echter moet men zich realiseren dat koersinterventies kostbaar zijn. “Zo kan de hele deviezenvoorraad ineens verdampen bij het ondoordacht inzetten van dit instrument. Een dergelijke maatregel heeft in 2013 Suriname ruim USD 800 miljoen gekost in een wip en een zucht. Een koersinterventie tot een vooraf bepaald maximumbedrag kan helpen, maar de risico’s zijn groot.” Suriname heeft nu een vrije marktkoers, dat betekent dat de koers wordt bepaald door het krachtveld van vraag en aanbod. Echter zijn in de aanloop naar een vrije valutamarkt, verschillende distorsies in het marktmechanisme geïdentificeerd die tot op heden onvoldoende zijn geadresseerd. De markt heeft grote spelers die de koers kunnen stuwen. De ‘X factors’ in de valutahandel zijn: a. Oliemaatschappijen die op de vrije markt opereren, stuwen de koers omhoog bij gebrek aan girale USD. Bij risicobeheersing moeten grote partijen uit de markt worden geweerd, ( b) dus ook exporteurs die valuta-inkomsten verdienen en die er informeel cambio-activiteiten op na houden. Handelshuizen stuwen hun SRD prijzen, omdat er een koerskoppeling wordt toegepast, wanneer de USD koers stijgt, gaat de SRD prijs navenant omhoog. Maar het is de vraag of bij een neerwaartse koers de SRD prijzen ook omlaag gaan.