‘Regering moet andere alternatieven zoeken voor aanmaak e-ID-kaarten’

Onlangs werd door Bronto Somohardjo, minister van Binnenlandse Zaken (BiZa) verteld, dat wegens achterlopende productie bij de Servische leverancier Vlatacom, het Centraal Bureau voor Burgerzaken (CBB), momenteel te maken heeft met een tekort aan materiaal voor de aanmaak van elektronische identiteitskaarten (e-ID-kaarten). Door een tekort aan elektronische gegevensdragers, kunnen de blanco kaarten bestemd voor het produceren van de e-ID-kaarten, niet tijdig worden geleverd aan de staat. De grondstoffen voor de blanco kaarten moeten uit Oekraïne komen, maar door de oorlog, worden een heleboel zaken belemmerd.

De fractieleider van de Nationale Demo-cratische Partij (NDP), Rabin Parmessar, stelde te weten dat er momenteel 48.000 ID-kaart aanvragen zijn uit verschillende districten. Parmessar vroeg zich af of de mogelijkheden al bekeken zijn om bepaalde gebieden beter te kunnen afhandelen. Parmessar benadrukte dat de oorlog in Oekraïne een aantal maanden terug is begonnen, en is daarom van mening, dat de regering niet alleen op één leverancier moet wachten, maar aanstalten moet maken naar andere alternatieven te zoeken “Waarover praten we met argument van oorlog? Deze regering zit nu al twee jaar aan. Wat heeft ze daarvoor gedaan? Als deze leverancier niet in staat is, dan moet er toch een overeenkomst waardoor om de leverancier rechtens kan worden aangesproken, of boeteclausules toe te passen”, aldus Parmessar.

Kishan Ramsukul, VHP-parlementariër, zei het onbegrijpelijk te vinden, dat één leverancier bepaalt of wij in Suriname ID-kaarten kunnen uitgeven of niet. Hij vindt echter, dat de regering de bestellingen vroegtijdig had moeten plaatsen. “Zijn er geen internationale standaarden gewaarborgd bij het uitgeven van ID-kaarten? Waarom kunnen we niet elders? Het gaat maar om een chip, die we overal kunnen betrekken”, benadrukte Ramsukul.

Ofschoon we de afgelopen jaren te kampen hebben gehad met een covid-pandemie, zijn er 350.000 e-ID- kaarten afgegeven in de afgelopen drie jaar. “Het moet dus mogelijk zijn om andere alternatieven te bekijken, zodat de rest van de bevolking ook over zijn e-ID kan beschikken”, aldus Ramsukul.

More
articles