Dat de misdadigheid in haar verscheidene vormen in de afgelopen decennia fors aan het toenemen is, is allang geen geheim meer. Ze stijgt in zo een rap tempo, dat er bij het overgrote deel van onze samenleving, grote ongerustheid is ontstaan. We hebben er al vaker over geschreven en zelfs erop gewezen, dat de nationale veiligheid bij het niet onder controle krijgen van de alsmaar stijgende criminaliteit, in groot gevaar kan komen te verkeren. De boventoon die thans wordt gevoerd binnen de criminaliteit, betreft de grensoverschrijdende, die ons land in een kwaad daglicht heeft geplaatst en bepaalde landen ons al zien als een schurken- of narcostaat.
Het valt niet te ontkennen, dat wij op dit halfrond, een belangrijke positie hebben verworven als drugsdoorvoerland. De duizenden kilo’s cocaïne die wij lokaal in de afgelopen jaren hebben onderschept en de vele duizenden die in het buitenland in scheepsladingen werden ontdekt, laten daar geen twijfel over bestaan. Maar er zijn nog vele andere manieren, waarop landgenoten drugs naar het buitenland trachten te krijgen. Recentelijk nog kwam de Franse minister van justitie ons er nog op wijzen, dat Surinamers op grote schaal drugs naar Frans-Guyana smokkelen, met de bedoeling het spul Frankrijk en andere Europese landen, binnen te krijgen. Veel koeriers van drugs zitten reeds in de gevangenis in Cayenne en ook weer anderen in Frankrijk, na gesnapt te zijn op de luchthaven Orly of Charles de Gaulle. Maar we gaan maar door om drugs te smokkelen en de naam van Suriname verder door het slijk te halen. Kortelings werd bekend, dat de 26-jarige Surinaamse E. Jabini, die maar liefst 2.5 kilo cocaïne Sri Lanka trachtte binnen te smokkelen, werd gepakt en in verzekering gesteld.
Jabini hangt thans de doodstraf boven het hoofd. Je vraagt je in gemoede af, wie zo zot in de bovenkamer is om cocaïne naar Zuidoost-Aziatische landen, te willen smokkelen. Was de Surinaamse zo pover ingelicht, dat ze een dergelijke smokkelpoging wenste te ondernemen? Of heeft haar opdrachtgever haar voor de haaien gegooid, omdat die precies wist, wat de vrouw zou kunnen overkomen bij een dergelijke niet geslaagde smokkelpoging? Hoe het ook zij, de rechter in Sri Lanka zal over leven of dood van Jabini beslissen en Suriname zal niets kunnen veranderen aan een eventueel doodvonnis en zijn uitvoering. Ook de drugsbaronnen dienen zich beter te doen informeren over de strafmaat bij drugssmokkel in de verschillende landen waar ze het verderfelijke spul heen wensen te sturen. Dat Jabini met haar 2.5 kilo cocaïne naar Sri Lanka heeft kunnen reizen, geeft aan, dat haar opdrachtgevers vermoedelijk uit totale bekrompenheid, haar daarheen hebben gestuurd.
Ook in bepaalde Arabische staten is het levensgevaarlijk drugs te willen smokkelen. In het geval van Jabini, zijn er vele emotionele reacties op sociale media verschenen en ook afkeuringen uitgesproken over een eventuele doodstraf voor de Surinaamse. Echter moet men nuchter blijven en beseffen, dat niet alle landen coulant zijn, wanneer het om de smokkel van illegale verdovende middelen gaat. Sommige landen doen een dergelijk misdrijf af met een korte of langere straf in detentie en weer andere benemen je het leven, zoals in Sri Lanka. In het geval van Jabini, blijft er niet veel over dan berusting na een eventueel vonnis met noodlottige afloop.