Suriname maakt zich klaar voor klimaatinvesteringsplan

In het kader van klimaatfinanciering hebben verschillende stakeholders de koppen bij elkaar gestoken. Diverse actoren belast met milieuactiviteiten, hebben met het oog op het bevorderen van de toegang tot financiële middelen, geparticipeerd aan de High-Level Climate Financing Meeting. Deze bijeenkomst heeft op vrijdag 21 oktober plaatsgevonden in de Ballroom van Royal Torarica. Hieraan hebben de overheid, particuliere sector, niet-gouvernementele en internationale organisaties deelgenomen.

Tijdens deze sessie heeft president Chandrikapersad Santokhi aangegeven, dat Caribische landen met enorme uitdagingen te kampen hebben wanneer het aankomt op het verkrijgen van klimaatfinanciering. Dit terwijl deze landen niet de grote vervuilers zijn van het milieu. De laaggelegen landen in de regio zullen tijdens de volgende klimaatconferentie (COP 29), hun stem laten horen. Het staatshoofd zegt dat dit noodzakelijk is, omdat de toegang tot klimaatfinanciering voor deze landen die behoren tot de meest kwetsbare, vooralsnog beperkt is.

Minister Silvano Tjong-Ahin van Ruimtelijke Ordening en Milieu, benadrukt dat klimaatfinanciering noodzakelijk is voor het toepassen van maatregelen om klimaatverandering tegen te gaan en beschermende maatregelen te treffen. “We merken dat er enorme financiering daarbuiten is, maar dat er te weinig en ongestructureerd gebruik van wordt gemaakt. We willen de actoren middels deze meeting mobiliseren om kennis te maken met bestaande mogelijkheden.”

Verder merkt de bewindsman op dat de meeting ook bedoeld is om ervoor te zorgen dat Suriname overgaat tot het finaliseren van haar klimaatplan oftewel klimaatinvesteringsplan. Hij voegt vervolgens eraan toe: “Dit plan moet ervoor zorgen dat Suriname in de eerste plaats kan meedoen aan de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Op de tweede plaats dat wij ons kunnen beschermen tegen de effecten van klimaatverandering, met name de stijgende zeespiegel.”

Bescherming is volgens de bewindsman noodzakelijk, omdat vaker is gebleken dat gebieden in Suriname last ondervinden van overtollig water. “In het binnenland hebben wij daar last van gehad, maar ook onze kustvlakte. Deze zit eigenlijk in een gevarenzone. Om te voorkomen dat deze effecten ons het leven onmogelijk maken, moeten wij nu investeren in zware infrastructurele werken, in beschermende maatregelen die kunnen voorkomen dat onze habitat wordt aangetast en wij niet meer op een normale manier kunnen leven.” Deze maatregelen moeten volgens de minister, zeker gelden voor de kustvlakte.

More
articles