De vluchten van Haïti naar Suriname waren sinds vorig jaar stop gezet, omdat de regering geconfronteerd was met informatie, dat er vanaf januari 2019 t/m 22 april 2021, 15.627 Haïtiaanse staatsburgers, via formele toegangswegen naar Suriname waren afgereisd, waarbij het vermoeden bestond dat er mogelijk sprake was van mensensmokkel.
Vorige maand heeft de Haïtiaanse ondernemer Jean ‘Saya’ Mixon, toch een vlucht kunnen organiseren, waarbij een groep Haïtianen naar Suriname is gebracht. Het vermoeden bestaat dat er nog twee vluchten komen. Albert Ramdin, minister van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS), benadrukte in het radioprogramma De Week, dat de heer Saya al maanden geleden een verzoek had ingediend voor de vlucht.
Volgens Ramdin was er toestemming verleend voor één vlucht, op grond van het feit dat Saya aan de voorwaarden had voldaan en de documenten had getekend. “De voorwaarden waren onder andere dat hij moest aangeven wie er allemaal naar Suriname toe zouden komen, waar ze gaan werken, op welke wijze ze in hun onderhoud zullen voorzien en dat ze verantwoordelijk moeten zijn voor de bewegingen van Haïtianen in Suriname.”
Ramdin zei dat hij niet op de hoogte is, van mogelijk twee nieuwe vluchten. “We hebben absoluut geen toestemming verleend voor meerdere vluchten. Voor zover ik weet, is dat ook niet aangevraagd”, aldus Ramdin. Nadat vorig jaar de vluchten naar Haïti waren stopgezet, is er een Presidentiële Onderzoekscommissie ingesteld, om mogelijke mensensmokkel te onderzoeken. Ramdin gaf aan dat wat het onderzoek betreft, de commissie onder leiding van Humprey Tjin Liep Shie, aan de regering heeft gerapporteerd, dat de zaak verder onderzocht moet worden. Dit omdat zij geen duidelijke aanwijzingen hebben, dat er sprake zou zijn van mensensmokkel. “Dat is de conclusie geweest, waarbij er nadrukkelijk is gezegd, dat we verder moeten kijken. Dat gaat voort”, aldus Ramdin.
Volgens Ramdin is het ministerie van BIBIS samen met het ministerie van Arbeid, Werkgelegenheid en Jeugdzaken, bezig om te kijken, of de mensen inderdaad een werkvergunning aanvragen. “Als ze geen vergunning vragen, zullen we degenen die ze naar hier toe hebben gebracht, aanspreken”, aldus Ramdin.
Archief Foto