Onlangs zijn er olievlekken geconstateerd in de Surinamerivier die zich verspreiden. Het Nationaal Coördinatie Centrum voor Rampenbeheersing (NCCR) onder leiding van Jerry Slijngard, heeft een onderzoeksteam gestuurd om onderzoek te doen naar de olievlekken en naar het gevaar ervan. “Onze assessment teams hebben samples genomen en hebben door medewerking van Staatsolie, deze samples gestuurd naar een laboratorium, alwaar er een analyse gemaakt zal worden van de olie. We zijn aan het wachten op een resultaat daarvan, verder moet ik ook zeggen dat de olievlek zich niet alleen heeft geconcentreerd op één plaats, maar dat er heel veel olie verspreid is op dit moment. Kennelijk is dat door het effect van eb en vloed, dus het getij. Er zijn onder andere olievlekken gerapporteerd bij de haven van VABI, de Kuldipsingh Haven heeft er last van gehad en verder is er ook een rapportage bij Marina Durga, dat er olie is aangespoeld”, aldus Slijngard.

Het team van het NCCR verricht nu onderzoek en zal bepalen waar de olievlek zich precies bevindt en dan containen, zodat de vlek niet groter wordt. Vervolgens zal het NCCR overgaan tot het opruimen van de olie die nog in het water is, daarna zal het proces worden voortgezet naar de olie die is aangeplakt aan de diverse kades en aanmeerpalen.

De Maritieme Autoriteit Suriname (MAS) is volgens Slijngard, ook ingeschakeld en die is belast met het onderzoek van dit soort gevallen. “De MAS is gevraagd om te assisteren met het precies lokaliseren van de olievlek en zij zal dat samen doen met de Kustwacht. Verder hebben wij ook ervoor gezorgd dat er informatie zal gaan naar de burgerij, omdat wij weten dat er vissers zijn die gebruik maken van deze locatie.”