Robert van Trikt, de gewezen governor van de Centrale Bank van Suriname, werd op 31 januari veroordeeld tot acht jaar gevangenisstraf en een boete van SRD 500.000, subsidiair 16 maanden hechtenis. De rechter heeft hem schuldig bevonden aan overtreding van de Anti-corruptiewet, verduistering, valsheid in geschrifte en overtreding van de Wet Money Laundering. Er werd gelijk na het vonnis hoger beroep aangetekend door zijn advocaat Irvin Kanhai. Aanstaande maandag 17 oktober, is het zover dat de raadsman en de ex-governor wederom voor de rechter zullen verschijnen.

‘Zware politieke beïnvloeding’

Het proces in rechtszaken verloopt de laatste tijd niet even gesmeerd, dat heeft de raadsman van Van Trikt, ook reeds eerder erkend.

Hij heeft zich vaker uitgesproken over de manier waarop het vooronderzoek wordt verricht. Als advocaat vindt hij het over het algemeen vreselijk frustrerend hoe zittingen verlopen in dit land. De raadsman was ook altijd heel duidelijk over de ‘’zware politieke beïnvloeding’’ in het proces van Van Trikt. Hij benadrukte altijd de feiten, dat nadat de ex-governor in verzekering werd gesteld, een zakenman als lid van de RvC, gefêteerd heeft op basis van hetzelfde project Lagarde. In de processen-verbaal is deze overmaking ook duidelijk te zien en dat was op 26 februari 2020, na de aanhouding van Van Trikt. Dit is ook door het Openbaar Ministerie bevestigd en daarbij was er nog een betaling die in verband met het project Lagarde is gedaan aan de gewezen minister van Financiën ad SRD 143 miljoen.