NEDERLANDSE BOEREN HEBBEN BELANGSTELLING VOOR LANDBOUW

Het is allemaal nog in een heel prille fase, maar de jongste berichten meldden, dat een dertigtal Nederlandse boeren belangstelling heeft naar Suriname te komen om hier groenten in kassen te telen. Er zou ook belangstelling zijn voor het verbouwen van fruit, kruiden en andere gewassen. De Surinaamse ambassadeur  Rajendre Khargi, in Nederland zou van het voorgaande melding hebben gemaakt en hij hoopt in samenwerking met het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij, zijn Nederlandse boerenplan van de grond te krijgen en tot een succes  maken.

Dat er Nederlandse boeren zijn die belangstelling hebben voor Suriname, valt toe te juichen en moet zeker gezien worden in het kader van de benodigde productie-investeringen en verbreding van onze exportmogelijkheden. Dat er in de agrarische sector flink wat geld verdiend kan worden, is geen geheim. Echter is het zo, dat de overheid zwaar moet inkomen met incentives voor alle agrariërs, de lokale en buitenlandse, wil men Suriname transformeren in een land van betekenis op het gebied van de agrarische productie met een indrukwekkende output. Suriname kan op het gebied van de landbouw, zeker een veel betere bijdrage gaan leveren en vooral met de bestaande afzetmogelijkheden in het Caribisch gebied en misschien zelfs Europa. Alleen moet de zaak zeer professioneel gemanaged worden. Het mogen zeker geen investeringen worden, waarbij de overheid en de politiek een vinger in de pap krijgen, want dan is de zaak al bij voorbaat een doodgeborden kindje.  Voorbeelden noemen waarbij lanti de zaak overal heeft verknald? Geen probleem hoor, breek ons de bek aub niet open.  Ambassadeur Khargi heeft in zijn enthousiasme een balletje opgeworpen en Nederlandse boeren hebben op zijn uitnodiging in Suriname te komen investeren, gereageerd. Maar nu komt het aan op het eigenlijke werk, waarbij de Surinaamse regering moet tonen, dat de mensen welkom zijn en dat er land ter beschikking aan ze zal worden gesteld in redelijk toegankelijke gebieden en dat deze migranten op de volle ondersteuning van de overheid mogen blijven rekenen. Als deze mensen echt besluiten te komen, moet men ze behoeden voor de bekende en gebruikelijke vreselijke rompslomp en langdurige procedures, alvorens ze aan de slag kunnen gaan. Zaken als verblijfsvergunningen, werkvergunningen, verschaffing van voldoende domeinland in grondhuur, dienen geen eeuwen te duren, kortom; de zaken dienen soepel en snel afgerond te worden.

Dwarsliggerij en het verlangen van tal van tyuku’s, moeten zeker achterwege gelaten worden, anders loopt de zoveelste potentiële investeerder binnen de kortste keren weer weg. Waar de Nederlandse boeren zeker rekening mee dienen te houden, zijn de vele werkelozen en werkschuwen in dit land, die een broertje dood hebben aan werken in de landbouw, omdat men dit werk nog steeds wenst te zien als “slavenarbeid” en het te weinig verdiensten oplevert. Misschien zullen de Nederlandse boeren die hier willen komen werken, een spoedcursus Portugees of Spaans moeten volgen om succesvol hier te kunnen zijn en om dan met andere externe werkkrachten hun productietargets te kunnen halen. De heer Khargi heeft mooie plannen en heeft naar verluidt een dertigtal Nederlandse agrariërs kunnen enthousiasmeren hier te komen werken. Laten we hopen dat het uiteindelijk toch een succes wordt. Dat het mogelijk is hier in de landbouw wat van de grond te krijgen en goed te verdienen, hebben we in het Tibitigebied reeds kunnen zien.

More
articles