De Special Drawing Rights (SDRs) die Nederland van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) ontvangt, zouden ingezet kunnen worden voor de ontwikkeling van Suriname. Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS), heeft dit onderwerp op maandag 12 september tijdens een bilateraal onderhoud besproken met zijn Nederlandse collega Liesje Schreinemacher van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. De SDRs zijn financiële middelen die een jaar geleden door het IMF beschikbaar zijn gesteld. De middelen zouden volgens minister Ramdin, moeten worden herverdeeld onder landen die met hoge schulden zitten.
“Suriname is zo een land en we hebben gevraagd of een deel van de SDRs dat aan Nederland is gegeven en dat Nederland eigenlijk niet nodig heeft binnen zijn begroting, richting Suriname kan komen”, aldus Ramdin. De twee ministers hebben zich op het stuk van de financiële instrumenten die aan de orde moeten komen om de ontwikkeling van Suriname verder te ondersteunen, gebogen over de SDRs. Om een deel van de Nederlandse SDRs te ontvangen, is volgens minister Ramdin een complex vraagstuk, omdat daarvoor de Europese Bank in beeld moet komen, doch er zal hierover verder onderhandeld worden. “Die afspraak is ook gemaakt dat we daarop gaan blijven werken in de komende maanden, omdat het middelen zijn die niet vallen onder een lening, maar onder een schenking”, zegt minister Ramdin.
De ministers hebben ook gesproken over voorzieningen die getroffen moeten worden om handel en investeringen tussen Nederland en Suriname te stimuleren. Minister Ramdin: “In dit geval gaat het om voorzieningen die bij het Export Krediet Fonds in Nederland zijn, maar ook bij de Financieringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden en de Raad voor Ondernemerschap.” Het ministerie van BIBIS zal nagaan op welke wijze bedrijven/ondernemers uit Nederland geïnteresseerd kunnen worden om in Suriname te investeren, samen met het Surinaamse bedrijfsleven.