De Nederlandse minister-president Mark Rutte, brengt deze week op uitnodiging van de Surinaamse regering, een bezoek aan ons land. De aanwezigheid van de Nederlandse bewindsman moet gezien worden als een tegenbezoek op uitnodiging van president Santokhi, die in maart van dit jaar Nederland bezocht en daar hartelijk werd ontvangen door de Nederlandse koning Willem Alexander, premier Rutte en zijn kabinet en leden van de Tweede Kamer der Staten Generaal. De komst van premier Rutte naar ons land, moet naar onze mening, gezien worden als een beleefdheidsbezoek en natuurlijk zal tijdens zijn korte tijd in ons midden, gesproken worden over enkele zaken die het belang van Suriname en Nederland raken. Wie er op dit moment veel meer van verwacht, zal vermoedelijk teleurgesteld geraken. Uit alles blijkt dat Nederland er voorstander van is de bilaterale relaties met Suriname op een hoger niveau te tillen en daarvoor zijn natuurlijk een aantal belangrijke stappen nodig. Suriname heeft dringend behoefte aan investeringen en die kunnen met behulp van Nederland, op gang komen. En dan hoeft het niet gelijk om investeringen van Nederlandse bedrijven te gaan. Als belangrijk lid van de Europese Unie, kan Nederland ons ondersteunen om de benodigde investeringen te bevorderen. We moeten er ook heel eerlijk over zijn dat Suriname in de afgelopen periode en wel tussen 2010 en 2020, enorme imagoschade heeft ondergaan, nadat we ons steeds vaker tegenover westerse staten hebben gekeerd en ons hebben geïdentificeerd met landen en regiems die ons eerder in het verdomhoekje hebben doen belanden. In de voormelde periode zijn we ook wat onze ratings c.q. kredietwaardigheid betreft, zwaar bergafwaarts gegaan met een schuldenplafond van vele honderden miljoenen in Amerikaanse dollars en miljarden in Surinaamse dollars. Er moet nu alles gedaan worden om de Surinaamse economie wederom op spoor te krijgen en daar kan Nederland ons behulpzaam in zijn. Men mag daarbij niet gelijk gaan denken aan ‘betalingsbalanssteun’ vanwege Den Haag, maar wel hulp bij het opvijzelen van ons imago in het buitenland, dat zwaar bevlekt is geraakt. Nederland is daarbij een machtige factor en wij moeten die hulp zeker niet aan ons voorbij laten gaan. Het is niet velen meer bekend dat Den Haag bij het aantreden van de regering Venetiaan in het jaar 2000, een belangrijk gebaar maakte met bepaalde garantstellingen aan Venetiaan, Telting en Hildenberg, waardoor we sneller in staat werden gesteld bepaalde zaken op orde te brengen. Ook in Den Haag is men er goed van op de hoogte, dat het momenteel in Suriname bar slecht gaat en dat een hulpactie hoe klein ook, zeker soelaas zal bieden om nog meer ellende te voorkomen. Het is goed dat de Nederlandse premier zich zelf even is komen oriënteren, om een redelijk goed beeld te hebben van hoe precair de toestand thans is en dan willen we het maar even hebben over onze slechte gezondheidstoestand en de zwaar achteruitgaande kwaliteit van het leven van de meeste Surinamers. Gezien de niet te verwaarlozen banden tussen Nederland en ons land uit het verleden en het heden, is het zonder enige twijfel goed dat men ook in Den Haag, de ernst van de situatie inziet. De zwartgalligen die nu aan de kantlijn staan te schelden en ons in deze economische en financiële ellende hebben gebracht, moeten naar onze mening, stil blijven en kijken hoe anderen ons misschien wél op het goede spoor zullen kunnen brengen. Is toch al eerder gelukt tussen 2000 en 2010? Mensen die al jaren vanwege hun misdadigheid problemen hebben met de Nederlandse justitie, moeten zich thans rustig houden, want niemand is nog geïnteresseerd in hun gewauwel.