RvC heeft gezorgd voor onzekerheid bij SLM

De Haan en Jessurun bevoegd om externen in te zetten

Voor het herstructureringstraject van de Surinaamse Luchtvaart Maatschappij (SLM), was een Crisis Management Team (CMT) ingesteld. Het CMT werd aangestuurd door: mevrouw X.J. Jessurun (president-commissaris) en de heer P.M. de Haan (CEO van de SLM). Het toezicht en de voortgangsbewaking op het CMT, werd gezien de aard en de omvang van de operatie, breed opgezet. Een cluster van ministers werd belast met het toezicht. Dit wordt bevestigd door het onderzoeksteam bestaande uit registeraccountant Ron Wijnstekers en Mahinder Sewgobind, die aan president Chandrikapersad Santokhi een rapport hebben uitgebracht over de situatie bij de SLM. “Het is jammer dat deze kwestie niet in de kiem is gesmoord. Het lijkt al met al een storm in een glas water. Nu is naar mijn oordeel een adequate president-commissaris genoodzaakt geworden op te stappen, datzelfde geldt ook voor de CEO”, aldus het onderzoeksteam. “Op onze expliciete vraag waarom de leden zich niet bij de aandeelhouder melden als er problemen binnen de RvC zich voordeden, werd de indruk bewaarheid dat zij niet op de hoogte zijn van de functie en taken van een lid van de RvC. Met het bespreekbaar maken van kwesties in de media hebben zij niet gehandeld in het belang van de aandeelhouder i.c. in het belang van het volk en in het belang van de SLM. Zij hebben wel voor onzekerheid gezorgd bij de voor het herstelplan bepalende partners en het vertrouwen bij het publiek.”

Cluster van ministers

De minister van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking, is tevens ook de voorzitter van het Cluster Ministers, waarin de minister van Financiën en Planning, de minister van Natuurlijke Hulpbronnen en de minister van Transport, Communicatie en Toerisme zitting hadden.

“Het cluster van ministers werd gezamenlijk bevoegd en door de regering gemachtigd om alle besluiten te nemen die vallen binnen de bevoegdheden van de aandeelhouder. Periodiek, in de praktijk wekelijks, werd aan hen de voortgang gerapporteerd en werd met hen de knelpunten besproken. Er is bewust voor gekozen, in overleg met de betrokken Cluster Ministers, om in beginsel geen gebruik te maken van lokale kantoren. In beginsel, want er is waar doelmatig wel degelijk gebruik gemaakt van lokale dienstverleners”, aldus Wijnstekers en Sewgobind.

“Met betrekking tot de vraag wie waren er op de hoogte dat externen dienden te worden ingezet, moge dus duidelijk zijn, dat de president-commissaris, de CEO, en tenminste alle cluster-ministers op de hoogte waren van de inzet van externen. Overigens was dat een doelmatig en zorgvuldig besluit van de staat. In het bedrijfsleven, wereldwijd, worden dit soort trajecten met buitengewone discretie omgeven en is de inzet van externen inherent.  Met betrekking tot de vraag of het CMT bevoegd was om externen in te zetten is het antwoord Ja en wel op grond van de missive no.40/RvS/22 van 16 februari 2022.”

RvC

Verder wordt in het onderzoeksrapport gemeld, dat de informatie die de RvC nodig had voor zijn dagelijkse toezicht van de SLM, niet is onthouden. “De informatie die in het kader van CMT is verkregen is niet in alle gevallen gedeeld. Ook hier trachtte het CMT in samenspraak met de cluster-ministers te voorkomen, dat zaken op straat zouden komen te liggen. Eén RvC-lid is op voordracht van de vakbonden benoemd en men was bevreesd dat het delen van die kennis tot bijvoorbeeld stakingen zou kunnen leiden.”

De president-commissaris heeft tijdens het eerste overleg met de cluster-ministers aangegeven, daardoor – dus door het niet delen van de kennis die zij had als lid van het CMT – in een onmogelijke situatie terecht te komen. Indien zulks het geval mocht zijn, stelden de cluster-ministers voor om naar hen te verwijzen. Volgens Wijnstekers en Sewgobind is er wel een bijeenkomst belegd d.d. 21 april 2022 waar informatie-uitwisseling plaatsvond, daarbij bleken drie leden afwezig te zijn. “De stelling – in juni jl. – dat de leden verrast waren te vernemen wie de leden van het CMT waren, geeft dan ook hun betrokkenheid bij de SLM aan”, aldus de onderzoekers.

Herstructureringen

Volgens het rapport wordt gesteld, dat het noodzakelijk is om zowel Nederlandse als, waar doelmatig, Surinaamse advocaten te betrekken in het project, omdat het gaat om een herstructurering naar Nederlands model, waarmee in Suriname nauwelijks ervaring is, terwijl dergelijke herstructureringen in Nederland regelmatig voorkomen. “Het idee was om met deze herstructurering een voor Suriname baanbrekend en innovatief model te introduceren voor de gezondmaking van bedrijven die te kampen hebben met een onhoudbare schuldenlast. Voorts – en dat lijkt de primaire reden – was men beducht dat de herstructurering dan, als zaken zou worden gedaan met een lokaal Surinaamskantoor, eerder op straat terecht zou komen. Zulks was ook van toepassing op de Raad van Commissarissen en is helaas ook bewaarheid geworden”, stellen de onderzoekers.

More
articles