‘We zeggen kinderen niet dat ze niet meer meetellen’

Minister Marie Levens van Onderwijs, Wetenschap & Cultuur heeft  verklaard dat wij altijd te maken zullen hebben met verschillende soorten leerlingen. Zo zijn er volgens Levens, leerlingen die extra aandacht vereisen dan anderen. “Voor bepaalde gebieden moeten we extra hulp zoeken en extra faciliteiten creëren, omdat het onderwijs ook niet overal hetzelfde is. Ongeacht de situatie, moeten kinderen toch vastgehouden worden. We zetten kinderen niet meer op straat, we moeten kinderen laten leren wat ze aankunnen”, aldus Levens.

Ze vertelde dat het vroeger zo was, dat kinderen met een rode cijferlijst, uit het schoolsysteem gezet werden, waarna ze dan zelf moesten uitzoeken, wat ze voor de rest van hun leven zouden doen. “Dat doen we in ons nieuw onderwijssysteem niet meer. We zeggen leerlingen niet dat ze niet meer meetellen.”

Volgens Levens kunnen we bij leerlingen die een mooie cijferlijst hebben, al aangeven, welke richting, die op zullen gaan. Maar bij andere leerlingen, die niet zo snel zijn in het leren, is dat moeilijk vast te stellen. Levens zei dat 39,7% van de Surinaamse samenleving, niet meer dan een vierde klas lagere school heeft afgerond. De minister is van mening dat een land niet opgebouwd kan worden met mensen die niet verder dan de lagere school zijn gegaan. Levens vindt dat we deze situatie dus daarom moeten voorkomen en leerlingen moeten stimuleren geen drop-outs te worden. Leerlingen met een rode cijferlijst worden volgens Levens dus niet meer afgeschreven. “We behouden kinderen door te kijken, waarin ze wel goed zijn. Vervolgens stimuleren en begeleiden we ze door ze repetities en testen te geven in de vakken waarin ze wél goed zijn”, aldus Levens.

Wanneer deze leerlingen uiteindelijk tot hun tiende leerjaar zijn gekomen, en de leeftijd van 13 jaar hebben bereikt, kunnen ze volgens Levens dan naar een bepaald richting gestuurd worden, omdat docenten dan op de hoogte zijn, van wat hun sterke vakken zijn.

Levens vertelde dat tijdens de schoolvakantie, de rapporten ook bekeken zullen worden. Er zal volgens de bewindsvrouwe dan extra aandacht besteed worden aan kinderen die meer hulp behoeven. “Door met dit nieuw onderwijssysteem te werken, weten we dan van tevoren, wie naar het VWO, HAVO, het beroepsonderwijs, de vakschool etc gaat. Maar we zetten geen kinderen meer op straat. Die tijd is voorbij”, aldus Levens.