VHP-parlementariër, Sham Binda, zei gisteren in het parlement, dat de samenleving nog altijd in het donker tast over de introductie van de zogeheten Oli Moni kaart. Volgens hem maakt vooral de “kleine man” in het veld zich zorgen over deze belofte. “Vooral de mensen die dagelijks maaiwerkzaamheden verrichten en degenen die werken met kettingzagen, vragen zich af of ze los van hun privéleven in aanmerking komen voor deze Oli Moni. De mensen vragen zich af, in hoeverre zij ook gesubsidieerd zullen worden”, aldus de parlementariër. Binda vraagt aan de regering om in het parlement verduidelijking te geven, zodat ook de volksvertegenwoordigers die dagelijks in contact staan met de gemeenschap, vragen kunnen stellen. Volgens hem heerst er in de samenleving onzekerheid hiermtrent, gezien men niet weet, welke inkomensklasse in aanmerking zal komen voor subsidie. NDP-parlementariër, Anthony Tsang, vroeg aan de regering een nadere uiteenzetting over de kaart. Volgens hem haalde de president in de media aan, dat zonder subsidie brandstof SRD 60 per liter zou moeten kosten. Echter ligt de internationale prijs voor een liter brandstof tussen de 0,98 cent en US-dollar 1.08. Met de huidige koers is dat volgens de parlementariër nog lang geen SRD 60. Hij vraagt zich daarom af of de govermenttake nu 100 procent is. ‘’De mensen willen verder precies weten, wie allemaal in aanmerking komt, want dat betekent weer een verhoging‘’, aldus Tsang.