De pers en sociale media onthullen dat etnische spanningen de kop opsteken tijdens de aan de gang zijnde protestactie die een averechtse invloed hebben op de ontwikkeling van onze samenleving. Motivatie voor WildcoastArt als geëngageerde kunstvorm vanuit een eigen invalshoek , middels autonoom artistiek herdenken van onze geschiedenis kan, het uiterlijk van etnische spanningen in onze samenleving blootleggen. De zeventiende eeuwse ”samenleving” was niet anders dan onze huidige, een baaierd van persoonlijke, politiek – bestuurlijke, sociaal – economische, religieuze en….. cultuur – etnische tegenstellingen die ook wereldwijd uit wrok, haat en liefdeloosheid voortvloeien. Hoofdrolspelers waren Nederlandse calvinisten die in Zijn opdracht moesten koloniseren, besturen, handel drijven en ….. evangeliseren. Zij moesten dus de “afgodische” wintireligie van Afrikanen en de “valse” godsdienst van Joden respectievelijk uitroeien en weren. Wat leidde tot cultuur – etnische spanningen tussen enerzijds de economisch uitgebuite, cultureel onderdrukte Afrikanen en gediscrimineerde Joden en anderzijds de Europeanen. In 1750 werd de directeur van plantage Bethlehem te Commewijne uit wrok en haat vermoord door de Afrikanen. Ze vluchtten het oerwoud in en voegden zich bij de Marrons die regelmatig plantages aanvielen en in brand staken. Waarop het koloniale leger voor de zoveelste keer de Marrons de oorlog verklaarde. Niet denkbeeldig dat gedurende de vele oorlogen – over en weer – vele standrechtelijke executies plaatsvonden die diepe oorlogstrauma’s veroorzaakten bij zowel Europeanen als Afrikanen en wrok, haat en liefdeloosheid jegens elkaar versterkten. Waar ook de economisch uitgebuite en cultureel onderdrukte immigranten aan onderhevig raakten. Opstanden in 1879 op de plantages Alliance en Resolutie. In 1884 te Zoelen en Zorg en Hoop waarbij het koloniaal leger zeven contractarbeiders dood schoot. In 1891 te Jagtlust en St- Barbara die de directeur het leven kostte. In 1902 kapten immigranten te Mariënburg de wrede directeur dood. Het koloniale leger schoot uit wraak 16 arbeiders dood. Na 1910 was echter geen sprake van opstanden en protesten.
In de dertiger jaren brak de economische wereldcrisis uit. Met politieke spanningen, sociale onrust, werkloosheid, armoede, honger, schamel geklede schoolgaande kinderen, slechte woningtoestand, bedelende en prostituerende vrouwen, demonstraties en opstanden van burgers als gevolg .Een hongeroproer brak uit, dat de gevoelens van wrok, haat , liefdeloosheid onder de bevolking jegens het bestuur en tussen de groepen onderling aanwakkerde. Te vergelijken met de huidige situatie! Vanaf 1946 ontstonden politieke partijen. Voor stedelijke Afrikanen o.l.v. kleurlingen, voor Hindoestanen, Javanen en katholieken die elkaar wantrouwden en dan ook elkaar liefdeloos bejegenden. De liefdeloze verhouding tussen de hernhutters en katholieken tijdens de verkiezingen van 1949. Kort hierna ontstond een schisma tussen zwart gekleurde en lichtgekleurde leden binnen de partij der stedelijke Afrikanen. De kleurlingen richtten een partij op die met de partij der katholieken en Javanen een politieke belangengemeenschap – het eenheidsfront – vormde dat in 1955 de partij der stedelijke Afrikanen uit het machtscentrum verdreef. Waarop Afrikanen en Hindoestanen ook een politieke belangengemeenschap aangingen die ze verbroederingspolitiek noemden. In 1958 verjoeg deze politieke belangengemeenschap de eerstgenoemde uit het machtscentrum. In 1967 kwam er een eind aan de verbroederingspolitiek. Tussen 1969 – 1973 bleken de stedelijke Afrikanen zich bedreigd te voelen door hun voormalige broeders. Wat zich uitte in straatterreur, vandalisme en brandstichting. Op weg naar Srefidensi gingen de Hindoestanen zich bedreigd voelen door de Afrikanen. Was er sprake van achterdocht en zelfs haat die leidde tot openbare geweldpleging en brandstichting! Een rassenstrijd hing in de lucht. De groepen verzoenden zich. Desondanks bleef er een sfeer van liefdeloosheid, achterdocht, na – ijver en stille haat heersen. Tegelijkertijd kwamen overheid en een groep militairen minachtend en liefdeloos tegenover elkaar te staan. Waarbij de overheid ze bestreed, afwees en belachelijk maakte. Wat een heftige “atibron” opriep. Waaruit de militaire staatsgreep in 1980, de december moorden in 1982 en de etnisch geladen binnenlandse oorlog tussen nationaal leger en marrons ( 1986 tot 1992) voortvloeiden. Waarbij, evenals vroeger, beide partijen mensenrechten schonden: massaslachting te Moi Wana in 1986 en o.a. het in stukjes hakken van een militair wat geestelijke letsels aanrichtte gepaard gaande met toename van haat, wrok en liefdeloosheid.
Een betreurenswaardige ontwikkeling, een straf van onze voorouders omdat we nalieten voor hen reinigingsrituelen uit te voeren. De opgelegde straf kunnen we echter niet langs politieke of juridische weg ongedaan maken, maar slechts door openlijke gesprekken te voeren aan de Kabra Tafra – een reinigingsritueel uit de wintireligie – teneinde onze samenleving m.b.t. haar duurzame ontwikkeling in vrede en voorspoed, te reinigen van de negatieve fenomenen o.a. racisme, corruptie, nepotisme, vriendjespolitiek, onterechte en onrechtvaardige machtsverschillen enz. die de ontwikkeling naar een coherente samenleving verijdelen.
Luciel Becker
WildcoastArt