Reeds enige dagen gaat er een schokgolf door de samenleving vanwege de spraakmakende ontwikkelingen met betrekking tot gelden die het ministerie van Financiën toekomen. Het gaat hierbij om een strafbaar feit, en wel het vervreemden van grote sommen geld van de staat. Op basis hiervan zijn de justitiële- en de politionele autoriteiten ingeschakeld voor het strafrechtelijk onderzoek. Het Openbaar Ministerie heeft de volledige onafhankelijkheid om het onderzoek te verrichten en schakelde het gespecialiseerde Justitieel Interventie Team (JIT) in. Verder gaf het Openbaar Ministerie ook door dat het onderzoek een embargo karakter heeft, wat niets anders inhoudt dan dat het gaat om een besloten onderzoek, waarbij in alle stilte, met alle ten dienste staande middelen, strafbare feiten en personen zichtbaar gemaakt worden, ten einde de waarheid zo snel als mogelijk te achterhalen. Verder geldt voor het embargo ook dat er contaminatie, noch beïnvloeding van het onderzoek plaatsvindt. “Wij als regering hebben respect voor het standpunt van het Openbaar Ministerie en zijn ook heel zorgvuldig omgegaan met de informatie, die zowel in het parlement als op overige plekken, onder andere via de minister van Financiën is gedeeld”, geeft president Santokhi aan. “Jammer genoeg merken wij dat derden, die de informatie toegestuurd hebben gekregen, een andere houding etaleren waarbij er geen rekening wordt gehouden met het standpunt van het Openbaar Ministerie. Willens en wetens presenteren zij de informatie op zodanige wijze, dat enerzijds een vertekend beeld kan ontstaan maar erger nog, het lopend onderzoek schade ondervindt en het onderzoeksbelang wordt ondermijnd”, voegt het staatshoofd eraan toe. Er ontstaat nu een situatie waarbij er zoveel informatie in de samenleving terechtkomt, waarbij onduidelijk is wat juist of onjuist en onzuiver is. Op basis van het voorgaande laat de president optekenen, dat deze regering te allen tijde het rechtsstaatprincipe zal hanteren, wet en recht altijd zal versterken en bovenal de naleving daarvan blijvend zal bevorderen. Het Openbaar Ministerie met name de procureur-generaal is belast met de opsporing en vervolging. Op basis van zijn onafhankelijkheid verricht het zijn eigen onderzoek en dat zal deze regering immer respecteren. De regering respecteert verder het feit dat deze instantie heel zorgzaam en zorgvuldig omgaat met het onderzoek en kijkt met vertrouwen uit naar de resultaten van haar verrichtingen. Wat recht overeind staat voor de regering is het vertrouwen dat het onderzoek zich niet alleen richt op daders en verdachten, maar dat ook het gestolen geld terug zal vloeien in de boezem van de staat. Dit geld behoort immers de Surinaamse samenleving toe. De regering betreurt dat dit heeft kunnen gebeuren.
Inmiddels heeft de president opdracht gegeven aan de minister van Financiën, om naast het strafrechtelijk onderzoek van het Openbaar Ministerie, ook een eigen, intern onderzoek te starten. Hierbij moeten financiële deskundigen nagaan hoe de strafbare handelingen zijn gepleegd waardoor vervalste documenten, waaronder reçu´s, in het systeem zijn terecht gekomen. Het voorlopig verslag geeft aan, dat er verdachten zichtbaar gemaakt zijn die worden opgespoord. Het is zeker hoopgevend dat dit reeds op korte termijn geschiedt. Op basis van de beschikbare informatie heeft het er veel van dat er sprake is van georganiseerd crimineel opereren met mogelijke bijstand van interne structuren. “Ik kan nu wel aangeven dat het gaat om verschillende strafbare feiten zoals deelname aan criminele organisaties, valsheid in geschrifte en overtreding wet strafbaarstelling money laundering”, stelt de president. Aangegeven mag worden dat er zonder aanziens des persoons zal worden opgetreden. President Santokhi doet in deze een beroep op een ieder om het Openbaar Ministerie alle ruimte te geven voor het onafhankelijk onderzoek. Het Openbaar Ministerie komt te zijner tijd met alle informatie naar buiten. Tot dan zal de regering alle verkregen informatie delen met het parlement en de samenleving.