De directeur van het ministerie van Financiën en Planning D. P. heeft in de laatste week van juni aangifte gedaan van valsheid in geschrifte en oplichting tegen de persoon Koendjbiharie, Robert en mogelijk anderen, die tijdens het ingestelde gericht strafrechtelijk onderzoek nog zichtbaar gemaakt moeten worden. Naar aanleiding van deze aangifte werd naar verluidt tussen het ministerie van Financiën en Planning en de Centrale Bank van Suriname afgesproken, dat er voor de rest van de maand juni 2022 geen reçu’s zullen worden uitbetaald. Dit in het kader van het onderzoek, dat reeds ingesteld was met betrekking tot valse reçu’s. Wij vernemen, dat kort nadat deze afspraak werd gemaakt, de directeur van Financiën geïnformeerd werd door de CBvS, dat ondanks de gemaakte afspraken een reçu van ruim SRD 20 miljoen was binnengekomen bij de CBvS. “In deze betaalopdracht werd vermeld, dat het bedrag moest worden overgemaakt op rekening van Koendjbiharie, Robert. Deze betaalopdracht was voorzien van de handtekeningen van de directeur en zijn collega. De betaaldopdracht met de datum 27 juni 2022, die bij de CBvS was binnengekomen was niet afkomstig van de directeur en zijn collega”, aldus een betrouwbare bron. Tijdens het intern onderzoek is voorts gebleken, dat het nummer op het voormelde reçu wel in het bestand van het ministerie voorkomt, maar op naam van iemand anders staat. Ook, het bedrag van het originele reçu verschilt. “Hier kan gesteld worden, dat de reçunummers en de handtekeningen wel authentiek waren, maar die waren gekopieerd om vervolgens andere bedragen en namen te vermelden”, aldus een deskundige.

Naar aanleiding van deze bevindingen, heeft het ministerie van Financiën toen nagetrokken bij de CBvS, of er op naam van Koendjbiharie andere betalingen waren verricht.

Toen is gebleken, dat er op 14 juni 2022 en op 25 april 2022 betaalopdrachten bij de CBvS waren binnengekomen, waarbij er een reçu van SRD 14 miljoen en een van SRD 20 miljoen werd uitbetaald. Deze twee betaalopdrachten waren ook niet afkomstig van de directeur en zijn collega. Naar verluidt, ging het ook hier om twee reçunummers, die al in het bestand van het ministerie van Financiën voorkwamen, maar op naam van iemand anders stonden, waarbij ook het bedrag verschilde.