Oppenheimer schulden opgelopen naar USD 800 miljoen

Regering beoogt korting op uitstaand schuldbedrag, lagere rente en langere looptijd

Een delegatie van de Oppenheimer bondholders vertoeft deze week in Suriname voor schuldonderhandelingen. Het gaat bij deze onderhandelingen om de twee bonds te weten Eurobond-2023 (125 miljoen USD, looptijd tot 2023 en rente van 12.875%) en Eurobond-2026 (550 miljoen USD, looptijd tot 2026 en rente van 9.25%) die tijdens de regering Bouterse zijn aangegaan door de toenmalige minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad. De totale schuld op dit moment inclusief achterstallige rente bedraagt circa USD 800 miljoen. De belangrijkste doelen van de schuldherschikking voor de regering zijn een korting op het uitstaande schuldbedrag, een lagere rente, en een langere looptijd.

Het Surinaams onderhandelingsteam staat onder leiding van Financiën minister Armand Achaibersing. Experts van het adviesbureau Lazard en het advocatenkantoor White & Case zorgen voor technische ondersteuning. De onderhandelingen met de bond-holders en andere schuldeisers van Suriname vinden plaats binnen het raamwerk van het IMF-programma.

Vorige maand bereikte Suriname reeds een overeenstemming met de Paris Club over de herschikking van circa USD 100 miljoen. De schuldonderhandelingen met China en India zijn momenteel ook in volle gang.

Euronote Creditor Committee

In de periode van 19 tot 26 april 2022 hield de Republiek Suriname persoonlijke ontmoetingen met leden van het Euronote Creditor Committee, die geheimhouding waren aangegaan ten aanzien van de overeenkomsten met de Republiek (de ‘Restricted Investors’).  Op deze bijeenkomst zijn de voorwaarden van een herstructureringsvoorstel besproken met betrekking tot de twee uitstaande Oppenheimer-obligaties van Suriname (de 9,875% Obligaties die verschuldigd zijn in 2023 en 9,25% Obligaties met vervaldag 2026, samen de ‘Obligaties’).

Tijdens deze bijeenkomsten heeft de Surinaamse regering aan de schuldeisers een voorstel gedaan dat strikt voldoet aan het goedgekeurde IMF-programma en de doelstellingen voor de houdbaarheid van de schuld. Het voorstel van Suriname omvatte een Value Recovery Mechanism (VRM), dat wordt aangeboden aan de houders van de Obligaties in het kader van de voorgestelde nominale haircut op de hoofdsom van dergelijke obligaties. De Restricted Inves-tors hebben Suriname een tegenvoorstel gedaan met betrekking tot het vastrentende deel van het voorstel van Suriname, waarin ook werd aangegeven, dat een VRM noodzakelijk zou zijn in de mate dat er een nominale reductie op de hoofdsom van de Obligaties is. De kloof tussen de twee voorstellen kon tijdens de bijeenkomsten niet worden overbrugd, maar Suriname maakte duidelijk, dat de deal uiteindelijk acceptabel moet zijn voor het IMF in het kader van het IMF-programma. De schuldeisers hebben niet ingestemd met de voorgestelde VRM-voorwaarden van de regering, maar er is aanzienlijke vooruitgang geboekt met betrekking tot de juridische structuur van de VRM. De economische voorwaarden van de VRM blijven onderwerp van onderhandeling. De Republiek Suriname en het Euronote Creditor Committee zijn via hun respectieve adviseurs, van plan om door te gaan met besprekingen de komende dagen met als doel een principeakkoord te bereiken over de voorwaarden van een schuldherstructurering voorafgaand aan de tweede herziening van het IMF-programma.

Extra tijd

De Republiek Suriname heeft vorig jaar april aangekondigd, dat zij de vervaldatum van haar eerder aangekondigde verzoek om toestemming tot uitstel van betaling van de twee Oppenheimer-obligaties (9,875% 2023 en de 9.25% 2026) heeft verlengd.  Suriname had de verlenging aangevraagd in coördinatie met de vertegenwoordigende Commissie van Obligatiehouders van de Oppenheimerbonds. De bedoeling van de verlenging was om leden van de commissie en andere obligatiehouders extra tijd te geven, ook in de context van additionele informatieverstrekking door Suriname.

More
articles