Bedrijven willen nog een jaar ruimte ter afronding jaarrekeningen

De Wet op de Jaarrekening is ter aanpassing gestuurd naar De Nationale Assemblee (DNA). Bij de aanname van de wet in 2017, hebben bedrijven drie tot vier jaar de ruimte gehad om de achterstanden in het maken van jaarrekeningen in te halen, maar ook de jaarrekeningen tot dit jaar in orde te maken. Echter blijkt dat veel bedrijven nog niet zover zijn. De Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB), liet De Nationale Assemblee in een schrijven weten, dat de jaarrekeningen van sommige bedrijven niet af zijn, omdat bedrijven niet wisten dat de wet bestond. Weer andere bedrijven zijn vanwege diverse redenen niet in staat geweest de jaarrekeningen te maken en te publiceren. Als redenen waarom de jaarrekeningen niet af zijn, worden onder andere de economische omstandigheden als gevolg van de hoge inflatie, de koersontwikkeling en Covid-19 aangehaald. Ook zouden bedrijven geen middelen hebben om extra uitgaven te plegen en zou er een tekort zijn aan financiële deskundigen en accountants. Beweerd wordt dat de wet en de omvangscriteria onvolledig zijn.

Het bedrijfsleven wil nog een jaar uitstel om zaken in orde te kunnen maken. Vermeldenswaard is dat er wel bedrijven zijn die alle jaarrekeningen op orde hebben. Ook enkele parastatale bedrijven behoren tot deze groep. Onder de assembleeleden zijn de meningen verdeeld over het wel of niet geven van nog een jaar ruimte. Stephen Tsang (NDP) is geen voorstander van uitstel. De VSB heeft volgens hem om uitstel gevraagd op basis van een onderzoek waarbij alleen banken en verzekeringsmaatschappijen zijn geraadpleegd. Dat zijn volgens hem geen kleine bedrijven. Behalve de achterstanden is bij de aanname van de wet in 2017, ook rekening gehouden met de Wet Suriname Chartered Accountants Institute (SCAI), die toen nog niet bestond. Deze wet is in 2018 aangenomen en de bedrijven waren uitgenodigd. Het is volgens Tsang dus onmogelijk dat bedrijven zeggen, dat zij het niet wisten.

Ronny Asabina, fractieleider van de BEP, is van mening dat de argumenten van de VSB waarom niet voldaan is aan de wet, allemaal drogredenen zijn. Asabina haalde aan dat inflatie in de jaarrekening verwerkt kan worden. Daarnaast is hij van mening dat bedrijven door Covid-19 juist meer ruimte hadden om hun jaarrekening in orde te maken. Over het niet hebben van middelen voor extra uitgaven, zei Asabina dat handelsbanken en de Centrale Bank ook hun zaken niet op orde hebben. Hij vroeg zich af hoe banken kunnen aangeven, dat zij geen geld hebben. Ook vindt Asabina dat onvolledigheid van de wet en de omvangscriteria niet aangehaald kunnen worden, omdat men vanaf 2017 wist in welke categorie men viel en op basis daarvan, er gewerkt kon worden. In tegenstelling tot wat de VSB beweert, is er volgens de SCAI geen tekort aan accountants. “Hoe is het mogelijk dat financiële instellingen zeggen dat er vanaf 2017 gebrek is aan financiële deskundigen? Dat betekent dat banken vanaf 2017 tot 2022, een tekort hebben aan deskundigen. Waarom sluiten ze de tent niet?”, vroeg Asabina zich af. Volgens hem zijn bedrijven gewoon bang, omdat zij sommige delen van de jaarrekening met een goedkeurende verklaring van een accountant moeten afsluiten.

Gregory Rusland, fractieleider van de NPS, haalde aan dat het geen zin heeft om een wet te enforcen waarvan we weten dat er problemen komen. “Als we besluiten een jaar ruimte geven, moeten we alle voorzieningen treffen om ervoor te zorgen dat bedrijven compliant worden.” Rusland zei dat om een land verder te ontwikkelen, regels die transparantie brengen, moeten worden toegepast om de bedrijfsvoering efficiënter te maken. “Als we nu horen dat bedrijven niet ready zijn, moeten we komen tot een uitstel, waarbij wij zorgen voor een campagne vanuit de overheid om bedrijven op hun verplichtingen te wijzen. Want er wordt aangegeven, dat er geen accountants ready zijn, maar in de praktijk zien we andere dingen”, stelde Rusland.

Harriet Ramdin (VHP) zei dat zij akkoord gaat met een termijn van een jaar. Het is volgens haar ook geen jaar meer, maar zes maanden. Ramdin haalde aan, dat een heleboel bedrijven meeluisteren en nu hun huiswerk maken. Volgens haar moest de campagne om bedrijven bewust te maken, veel eerder geschieden. “Als mensen het niet wisten, laten we het dan nu in DNA doen. In twee maanden kan je een strakke campagne voeren en de verslagen in orde maken. Ik sta erachter dat de verruiming gegeven wordt, want de voordelen zijn wederzijds voor bedrijven en overheid”, sprak Ramdin. Zij is geen voorstander van het toepassen van sancties op de bedrijven die hun zaken niet op orde hebben. “Laten we de kans geven tot 2022 en als ze binnen de voorgestelde tijd hun zaken niet in orde hebben, dan komen we met sancties, want dan wordt het teveel”, aldus Ramdin.

door Priscilla Kia

 

 

More
articles