Geestelijken krijgen vrijstelling Wet Geweld en Seksuele Intimidatie

Tumult in parlement

Tijdens de behandeling van de Wet Geweld en Seksuele Intimidatie Arbeid en de Wet Gelijke Behandeling Arbeid, op donderdag 17 februari in De Nationale Assemblee, hebben parlementariërs hun misnoegen geuit. Zij zijn het er niet mee eens, dat religieuze leiders vrijstelling van de wet krijgen. In de wet staat dat personen die beschuldigd worden van seksuele intimidatie, hun onschuld moeten tonen. Het voorstel is, dat er juist bewijslast geproduceerd zal moeten worden om de schuld van de dader te bewijzen. De parlementariërs voerden aan, dat de wet juist aangepast moet worden om de slachtoffers zoveel als mogelijk te beschermen.

Veel parlementariërs hebben ook bezwaar tegen het feit, dat religieuze leiders vrijstelling van de wet krijgen. Zij vroegen aan de regering op te treden.

Harriët Ramdien (VHP), voerde aan, dat religieuze leiders en gebedshuizen ook gezien kunnen worden als werkgevers. Binnen deze wet bijten volgens Ramdien, tal van zaken elkaar. ‘’In de wet worden te veel zaken naar de werkgever toegestoten, want in de meeste gevallen zijn de werkgevers de daders van seksuele intimidatie. Waarom vallen de kerkgemeenschappen buiten deze wet? Je kan niet doen wat  je met mij wil, want van mij ga je alvast een  klap krijgen. Het is onmogelijk, dat kerkgemeenschappen vrijstelling krijgen. Integendeel moeten we ervoor zorgen dat we helemaal geen uitzondering maken. Vooral omdat uitzonderingen vaak in het nadeel van slachtoffers werken”, verklaarde Ramdien. Zij deed een beroep op de regering om deze uitzondering uit de wet te schrappen.

Tachana Lösche (NDP) was het eens met Ramdien. Volgens Lösche moet de wet zodanig gesteld zijn, dat die eenieder beschermt. ‘’Want het komt nog vaak voor, dat personen van kleine particuliere bedrijven niet beschermd of gehoord worden. De wet komt vaak niet goed tot zijn recht. Overal waar er arbeid verricht wordt, moeten werknemers beschermd worden. Er moeten totaal geen uitzonderingen gemaakt worden.‘’

Rabindre Parmessar (NDP): ‘’In de meeste gevallen worden vrouwen slachtoffers van seksuele intimidatie. Daarom moeten vrouwen de nodige tools krijgen om zichzelf te beschermen. Er moeten regels aan verbonden worden, dat vrouwen anno 2022 met een pepperspray mogen lopen. Indien het nodig is, moet ze zichzelf kunnen beschermen.‘’ Parmessar deed het voorstel, dat de regering beschermende maatregelen treft. Het punt van Parmessar werd ook door Cheryl Dijksteel (VHP) ondersteund. Zij vindt dat er preventief gekeken moet worden naar seksuele intimidatie. Dijksteel vroeg de regering aan te geven, wat doorslaggevend is geweest om deze uitzondering toe te passen. ‘’Want je ziet, duidelijk dat er met name voor kerkgenootschappen, een uitzondering is gemaakt. Je bent wel vrij in het beleven van je geloofsovertuiging, maar wat is doorslaggevend geweest om voor deze uitzondering op deze manier te kiezen”, aldus Dijksteel.

Evert Karto (PL): ‘’Nog steeds is seksuele intimidatie op de werkvloer een veel voorkomend probleem, dat aangepakt moet worden. Het komt veel te laat aan het licht, wanneer de schade al betrokken is. De ‘voor wat, hoort wat theorie’ wordt nog steeds gehanteerd. Hierdoor houden slachtoffers er vaak een traumatische ervaring aan over.‘’

-door Orsilia Dinge-

 

More
articles