Jaarverslagen moederbank voldoen niet aan Bankwet

Centrale Bank publiceert jaarverslagen 2016 en 2017

In de afgelopen paar dagen heeft de Centrale Bank van Suriname (CBvS) de jaarverslagen over het boekjaar 2016 en 2017 gepubliceerd op haar website. Het accountantsbureau BDO heeft zich bij beide jaarverslagen van oordeel onthouden, vanwege de getrouwheid van de in deze jaarverslagen opgenomen jaarrekening over 2016 en 2017 van de Bank. In de accountantsverklaring van 2016 wordt er aangegeven, dat gestort kapitaal van de Bank niet conform artikel 4.1. Van de Bankwet is. “Wij zijn niet in staat geweest om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen om daarop ons oordeel te kunnen baseren bij de jaarrekening als geheel”, aldus de accountant van BDO, Robin Ferrier.

“Het kapitaal van de Bank per 31 december 2016 dient conform artikel 4.1 van de Bankwet als gevolg van de devaluatie van de Surinaamse dollar in de maand november 2015 en december 2016, wettelijk te worden verhoogd met SRD 13.964.307.

Het aan te vullen kapitaal over boekjaar 2015 ad SRD 2.621.538 is per 28 april 2020 verdisconteerd in de nieuwe lening ‘Geconsolideerde Staatsschuld-IV’ en dus opgenomen als vordering op de Staat. De betreffende aanvulling op het kapitaal wordt met de incorporatie in de ‘Geconsolideerde Staatsschuld-IV’, niet geacht te zijn bijgestort. Daardoor is met de presentatie van de verhoging van het kapitaal per 31 december 2015, door middel van de opname van een vordering op de Staat per 31 december 2015, niet voldaan aan de hiervoor geldende wettelijke eisen conform de Bankwet. Evenmin is voldaan aan de kapitaaleis per ultimo boekjaar 2016 vanwege het feit dat zowel de kapitaal aanvulling betreffende de devaluatie van 2015 noch de kapitaal aanvulling over de devaluatie over boekjaar 2016 van totaal SRD 16.585.845 is gestort”, aldus de accountant.

Volgens de accountant is per 18 januari 2022 de aanvulling van het kapitaal over de boekjaren 2015 en 2016 door de Staat gestort, echter, de facto op 31 december 2016 wordt niet voldaan aan de kapitaal eis conform artikel 4.1 van de Bankwet.

Overige onzekerheden met mogelijk effect op de jaarrekening 2016

BDO Assurance N.V. is in 2021 benoemd tot externe onafhankelijke accountant van de Bank voor boekjaren aanvangend vanaf 1 januari 2016. “Dit heeft tot gevolg dat het niet mogelijk is gebleken om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen, betreffende de effectieve werking van de administratieve organisatie en de maatregelen van interne beheersing gedurende het betreffende boekjaar. Een en ander heeft tot gevolg dat wij niet voldoende kunnen steunen op de interne beheersing.”

Daarnaast is het voor BDO niet mogelijk gebleken om door andere (gegevensgerichte) controlewerkzaamheden voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen over de in de jaarrekening opgenomen transacties en de daarmee rechtstreeks samenhangende posten. ‘’Hierdoor zijn wij niet in staat geweest op rationele wijze de vereiste zekerheid te verkrijgen over de jaarrekening als geheel. Ten aanzien van de gebeurtenissen na de balansdatum die van belang zijn voor het beeld van de jaar- rekening zijn er onzekerheden.”

“Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, verricht in overeenstemming met internationale controlestandaarden (International Standards on Auditing) uitgevaardigd door de International Federation of Accountants (IFAC). Wij zijn onafhankelijk van de Centrale Bank van Suriname in overeenstemming met de International Ethics Standards Board for Accountants’ Code of Ethics for Professional Accountants (IESBA Code).” Naar verluidt zijn de jaarverslagen 2016 en 2017 ten aanzien van het feit dat de vorderingen op de Staat opgelopen zijn van SRD 4 miljard naar SRD 5 miljard, er niet veel veranderd voor het verslag over 2017. In het verslag over 2016 was reeds gemeld wat de verwachte resultaten tot en met 2021 zijn.

More
articles