De grootste groep van werkers in de private sector, is niet verbonden aan een vakbond en heeft geen collectieve arbeidsovereenkomst (cao). Daarom heeft de overheid in 2014 gemeend deze groep bescherming te geven met de invoering van de Wet op het Minimumuurloon. Volgens vakbondsman Dayanand Dwarka, wordt met het uitblijven van het nieuwe minimumuurloon, deze groep werkers groot onrecht aangedaan. Dwarka zei in het programma Mmanten Taki, dat de achterstand in het minimumuurloon nu moeilijk in te halen is.
“Het is een groot onrecht naar deze groep werkers toe, omdat we de verantwoordelijkheid hebben genomen om deze werkers met wetgeving te beschermen. Los van feit dat er goede werkgevers zijn die zich ervan bewust zijn dat zij het uurloon van SRD 8,40 niet meer kunnen betalen, zijn er nog een heleboel die de werknemer niet een rechtvaardig loon geven. Die groep werkers moeten we helpen”, stelde Dwarka. Hij legde uit dat de overheid de grootste werkgever is en tal van kostenverhogende maatregelen heeft genomen, waardoor de koopkracht is gedaald vanwege de stijging van prijzen in de winkels.
De overheid is derhalve vorig jaar op twee momenten ambtenaren tegemoet gekomen, namelijk door een overbruggingstoelage van SRD 1000 en een koerscompensatie van SRD 750. Werkgevers in de private sector mogen belastingvrij maximaal SRD 800 uitkeren. Over dit bedrag wordt dus geen loonbelasting geheven. Voor wat betreft de private sector, is een deel van die bedrijven georganiseerd in vakbonden.
De vakcentrale C-47 is een van de grootste in de private sector. “De vakbond is in goed overleg met de werkgevers, ook gekomen tot het inlopen van de koopkracht middels cao-onderhandelingen en verhogingen. In sommige bedrijven hebben we meerdere momenten van bijstelling van de koopkracht gehad, omdat wanneer de inflatie zich zo snel ontwikkelt, er niet gezegd kan worden dat er vandaag een cao is afgesloten en er dus pas volgend jaar onderhandeld zal worden over nieuwe lonen. De onderhandelingen vonden in de loop van de inflatie plaats en de werkgevers zijn begripvol geweest”, vertelde Dwarka.
Hij gaf aan dat de werkgevers het erover eens waren dat er niet gewacht kon worden tot het volgende jaar. ‘’In dat opzicht is het de vakbeweging gelukt om de koopkracht van de werkende klasse in de private sector bij te stellen. Het is de groep werkers zonder cao die nu de dupe wordt van het uitblijven van de bijstelling van het minimumuurloon’’, zei Dwarka. Hij hoopt dat er zo spoedig mogelijk overeenstemming wordt bereikt over het minimumuurloon, zodat deze groep een rechtvaardig loon kan ontvangen.